Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/421

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
231
FAMILIE ANATIDAE — ZWANEN, GANZEN EN EENDEN.

in konijnenholen, maar nooit in holten van boomen, in den regel niet ver van het water verwijderd. Het nestmateriaal bestaat bijna uitsluitend uit dons, dat vaal bruingrijs is met onduidelijke lichtere plekken. Het legsel bestaat uit 6–9, soms 12 eieren, die licht grijsbruin of bruingeel, dikwijls met groenachtige tint, zijn en in lengte varieeren van 60,5–70,5 mm. en in breedte van 41,5–46 mm.; de twee eieren uit Nederland in de collectie van 's Rijks Museum meten 62–65 mm. in lengte en 45 mm. in breedte. Wat voedsel en verdere levenswijze betreft, verschilt de middelste zaagbek niet van de voorgaande soort. Zijn stemgeluid gelijkt eveneens veel op dat van laatstgenoemde soort.