Naar inhoud springen

Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/63

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
23
 
Orde COLYMBIFORMES.
Familie COLYMBIDAE.
 

N°. 7.

Colymbus arcticus (Linnaeus).

DE PARELDUIKER.

Plaat 10: oud ♂, ♀ in overgang en ♂ in winterkleed.

 

Colymbus arcticus, Linnaeus, Syst. Nat. ed. X, 1758, p. 135. Temminck, Man. d'Orn. 1815, p. 599. ld. id. 2e éd. II, 1820, p. 913, IV, 1840, p. 571. Schlegel, Vog. van Ned. 1854–'58, p. 500, pi. 267 en 268. Id. Nat. Hist. van Ned. Vog. 1860, p. 197, pl. 27, fig. 2. Van Oort, Notes Leyden Mus. XXX, 1908–'09, p. 133.

Colymbus arcticus arcticus, Snouckaert van Schauburg, Avif. neerl. 1908, p. 137.

Urinator arcticus, Albarda, Aves neerl. 1897, p. 113.

Gavia arctica, Snouckaert van Schauburg, Jaarber. no. 5 Club nederl. vogelk. 1915, p. 110.


Nederlandsche namen: Hannie. Friesch: Iisdûker (de Vries).

Engelsch: Black-throated diver.

Duitsch: Polartaucher.

Fransch: Plongeon à gorge noire.

Beschrijving. Oud ♂. Bovenkop en achterhals aschgrijs, voorhoofd iets donkerder; wangen zwartgrauw; kin en keel zwart, begrensd door een rij witte langwerpige vlekjes; voorhals donker violetzwart; halszijden zwart met witte langsstrepen; bovenzijde zwart met groenen glans, schoudervederen met groote, vierkante witte vlekken, vleugeldekvederen met meer ronde vlekjes; zijden van den benedenhals zwart met witte strepen; zijden van het lichaam groenzwart; onderzijde wit; vleugels en staartpennen zwart; onderdekvederen van den vleugel wit. Iris bruinrood; snavel zwart; pooten aan de buiten- en bovenzijde olijfzwart, aan de binnen- en onderzijde licht blauwgrijs. Vleugel 260–335, snavel 44–68, loopbeen 70–86 mm.

Oud ♀. Gelijk het oude ♂.

Winterkleed. Bovenzijde aschgrauw met grijze randen aan de vederen van den rug en de schouders; onderzijde wit. In dit kleed gelijkt deze soort volkomen op de vorige, is echter aan de geringere grootte en den kleineren snavel te onderscheiden. Iris bruinrood; snavel blauwgrijs, rug van den bovensnavel en punt zwart: pooten aan de buitenzijde olijfkleurig zwartbruin, aan de binnenzijde en vliezen grijswit.

Jeugdkleed. Op het winterkleed gelijkende. Snavel lichtgrijs met donkeren rug; pooten aan de buitenzijde zwartgrauw, aan de binnenzijde en de vliezen blauwgrijs.

 

Voorkomen en levenswijze. De parelduiker bezoekt onze kust en de binnen-