Pagina:Oud-Holland vol 058 Onbekende Meesters - Onbekende Werken.pdf/6

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


Afb. 5. PEETER SION. VANITAS MET BLOEMEN, DOODSHOOFD, ZANDLOOPER, PIJPJE, ZEEPBELLEN EN DRIETALIGE INSCRIPTIE. DOEK, 57 × 44½ cM. VOLUIT GESIGNEERD: PEETER SION.
Vroeger: Collectie S. B. Levie, Amsterdam. Eigendom: Kunsthandel K. Legat, Den Haag
meester in het Lucas-gilde en 1682/83 deken van dat gilde was ¹), terwijl werk van hem nergens wordt vermeld, kunnen wij een voluit gesigneerd stuk hier weergeven (afb. 5). Dit doek, waarin naast tal van andere goede deelen vooral het voortreffelijk geschilderde, van onderen geziene doodshoofd opvalt, is karakteristiek Antwerpsch werk. Het bezit bovendien een bijzonderheid, die wij tot nu toe nog op geen enkel ander Vlaamsch of Waalsch stukje aantroffen: het bevat nl. een tekst, die behalve in het Latijn ook in het Fransch en het Vlaamsch gesteld is, blijkbaar om zoowel voor eventueele Vlaamsche als ook Waalsche liefhebbers de bedoeling van den meester in hun taal te verduidelijken. Als document — wij willen hopen: niet van taalstrijd maar van een poging om beide landstalen gelijkgerechtigd te doen verschijnen en bovendien voor de geleerde wereld haar taal, het Latijn, er in aan te brengen — is deze schilderij, geheel afgescheiden van haar niet geringe picturale kwaliteiten, zeker ook van cultuurhistorisch belang.

Een tweede „vanitas”, die — ware zij niet in groote sierlijke letters voluit geteekend G. van Deynum — zou, wat den schilder betreft, voor de kunstkenners wel een raadsel gebleven zijn (afb. 6). Van den meester Guilliam van Deynum (Deynen), vindt men bij Wurzbach, die wel twee miniatuurschilders Jan Baptista van Deynum en Willem van Deynum kent, geen gegevens. Maar Thieme-Becker ²) laat ons niet in den steek en geeft althans enkele bijzonderheden over dezen meester, die in 1596 te Antwerpen meester en 1614 hofschilder van het aartshertogelijk paar werd. Dit werk, met — als compositorisch en coloristisch middelpunt — den in zijn macabre verschijning voortreffelijk de vergankelijkheid symboliseerenden schedel, zou misschien aan Jacques de Clauw doen denken, zooals b.v. door de geknakte aren. Overigens is de samenstelling zoo eenvoudig mogelijk: doodshoofd, vuurtestje, zandlooper, lont en pijpje en — zooals dikwijls juist op Antwerpsche


¹) Thieme-Becker, Dl. XXXI, blz. 97.

²) Dl. X, blz. 198.

43