Pagina:Petrus Donders vol 014 no 006 Een terugblik en vooruitblik.djvu/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 


Een terugblik en vooruitblik


 Een Latijnsch spreekwoord zegt: „Ook boeken hebben hun geschiedenis”. En dit geldt nog meer voor tijdschriften, ook voor ons missie-tijdschrift.
 Geboorte, groei, ontwikkeling, vollen wasdom kan men daarbij onderscheiden.
 Ons tijdschrift verscheen voor ’t eerst in 1920, ingeleid door Z. H. Exc. Mgr. Van Roosmalen, Apostolisch Vicaris van Suri­name, gezegend door Zijne Eminentie Kard. Van Rossum, Pre­fect der Propaganda, met vreugde begroet door alle missie-vrienden, vooral door de leden van het „Hofbauer-Liefdewerk”, welks naam het aanvankelijk zou dragen. Op de vraag, hoe dik­wijls het zou verschijnen, werd geantwoord: „Voorloopig om de drie maanden. Maar van ganscher harte hopen wij, dat ge ons door Uw ijverige propaganda dwingt het veelvuldiger te doen uitkomen” . En zoo zagen wij het eerste jaar slechts 4 afleveringen van 24 bladzijden.
 Reeds het 2de jaar werd de wensch naar een veelvuldiger ver­schijnen vervuld, werd het „Hofbauer-Liefdewerk” een 2-maandelijksch tijdschrift van de Surinaamsche Missie. Zóó bleef het tot en met den 4den jaargang. Toen, in ’t voorjaar van 1924, greep een aanmerkelijke verandering plaats, niet wat den inhoud van ons tijdschrift betreft, doch met betrekking tot zijn uiterlijk. Het tijdschrift bleef wel bestemd voor de leden van het „Hofbauer-Liefdewerk”, bleef wel de belangen der Surinaamsche Mis­sie behartigen, doch de Redactie had ’t raadzaam geoordeeld het tijdschrift voortaan te noemen naar den Eerbiedwaardigen Petrus Donders, den heiligen missionaris der Surinaamsche Missie, den Apostel der melaatschen van Batavia, naar wiens voorbeeld en onder wiens bescherming de leden van het „Hofbauer-Liefde­werk” voor die arme Missie en bijzonder voor hare arme melaat­schen ijveren. Zoo verscheen in Juli 1924 het eerste nummer van „Petrus Donders” met op den omslag het nieuwe portret van den Eerbiedwaardige door den Roermondschen kunstschilder Albin Windhausen.
 Nu het tijdschrift den naam van onzen eigen Nederlandschen en Surinaamschen „Heilige” droeg, zou voortaan nog meer dan in het verleden over den Eerbiedwaardigen Petrus Donders wor­den geschreven, zijn vereering nog meer worden behartigd. Onze trouwe lezers en lezeressen herinneren zich de vele bijdragen van