Welriekend viooltje. — Viola odorata.
Het zijn lieflijke plichten, waarvan dit bloempje menigmaal de vervulling op zich neemt, het spreekt menig troostend woord in ziekenkamers, het dient kinderen en jonge meisjes tot tolk en overbrengster van gevoelens van eerbied en genegenheid, een andere maal doet het dienst als liefdebode, en soms wordt het enkel als herinnering aan lente en zonneschijn, uit Nice en Mentone en al die streken, waar 't voorjaar eerder dan hier zijn intree doet, gezonden naar ons, die dan naar warmte en zonneschijn hunkeren.
Want zij is een lentekind, de Viola odorata, en een broos lentekind ook, want als haar tijd ten onzent is gekomen, moet ge spoedig van haar schoon en haar heerlijk zoeten zuiveren geur gaan genieten, of het is alweer voorbij met haar glorie. Gelukkig blijft in den grond de wortelstok, waaruit de bloem oprijst, fleurig voortleven. Ge zult haar niet met haar zustertjes van de familie verwarren en niet alleen haar geur zal u daarvoor behoeden, ook de groene bladeren, die korter en breeder zijn, en dan bij nauwkeurig toezien, zult ge bemerken, dat haar stempel, anders dan bij voorbeeld bij het Driekleurig viooltje, uitloopt in een haakvormig snaveltje, waarin een kleine opening, terwijl de beide zijblaadjes der bloemkroon hier bij het geheel gelijkmatig paars gekleurde Welriekend viooltje een weinig naar beneden zijn gericht, maar bij Viola tricolor naar boven zijn gekeerd.
Wat dat stempelhaakje betreft, het wordt door de insecten, die het honigmerk van 't onderste bloemblad volgen, bestreken met het stuifmeel, dat zij van andere bloemen hebben meegenomen uit de helmknoppen, die op een kort dik steeltje zijn gezeten, waarvoor de naam meeldraad haast oneigenaardig klinkt. Bij 't raken aan den stempel schudden zij tevens het stuifmeel uit het kegeltje der innig met elkaar verbonden antheren. In de eerste aflevering van den tweeden jaargang van De Levende Natuur, dat populaire tijdschrift, zoo prettig geschreven en toch zoo degelijk van inhoud, vindt men een aardige beschrijving van 't bestuivingsproces bij 't welriekend viooltje en daarbij een en ander over 't verschijnsel der Cleistogamie, dat zich hier voordoet, en waarbij de mooie met kleppen zoo eigenaardig openspringende vruchtjes ook gevormd worden door kleine groene als het ware in 't geheim werkende bloempjes, die altijd gesloten blijven en die heel onder aan de plant voorkomen.