Boerenwormkruid.—Tanacetum vulgare.
Op hooge zandgronden is er van Juli af bijna geen plant zoo in 't oog vallend en zoo algemeen als deze Tanacetum vulgare. Zij speelt in Augustus precies de rol, die de Brem in Mei vervult, en langs de boschranden ziet ge reeksen van de forsche hooge planten met hun dichtopeengezeten platte goudgele bloemhoofdjes, tot tuilen vereenigd, staan naast de bremstruiken met hun zwarte rammelende peulen. Tusschen bouwland en langs wegen en dijken trekt het hooge geel der alleen uit buisbloempjes bestaande hoofdjes sterk de aandacht, zooals het afsteekt tegen het donkere groen der bladeren.
Maar niet alle bloemhoofdjes hebben die diepte van kleur; de jongere, die nog weinig zijn ontwikkeld, zien er groenachtig bruin uit door de eenigszins toegevouwen omwindselblaadjes, die elkaar dakpansgewijs bedekken en breedvliezig uitloopen. Dan verder, als 't omwindsel uiteenwijkt, vertoont zich de oppervlakte van 't hoofdje als vernist door de verbazend dichte opeenhooping der tallooze gele knopjes, en bij het uitgroeien der knopjes wordt de tint al hooger geel en verdwijnt het glimmende, doordat de kleine bloemkroontjes zich doen gelden, al blijven ze ieder een heel bescheiden rolletje spelen in hun dichte opeenhooping. Aan den rand zijn ze 'teerst een weinig open; daar vertoonen zich dan de beide stempels boven de kroontjes uit. Heel buiten aan is een krans van vrouwelijke bloempjes, die drietandig zijn, in 't midden vindt ge tweeslachtige vijftandige bloempjes.
Al hebt ge het ter determineering niet noodig. toch kan een nauwkeurig bekijken u leeren, dat de aardige geribde vruchtjes een vliezig kroontje hebben, geen vruchtpluis vertoonen en rusten op een bollen bloembodem zonder strooschubbetjes. Aan den geribden stevigen stengel staan verspreid de groote diep vindeelige, bijna gevinde bladeren; heel beneden zijn ze gesteeld, maar die lage bladeren verdrogen spoedig en verder vindt gij ze alle zittend en even stengelomvattend. De slippen der bladen zijn ook weer links en rechts diep ingesneden; die van de bovenste bladen zijn slechts scherp gezaagd. Frischheid en kracht zijn een paar eigenschappen, die u uit de plant tegenstralen; ook na droging behoudt de bloem haar kleur; de geur echter is ver van lekker; vooral bij de kneuzing der bloem kunt ge uw neus er niet te gast laten gaan.