Roode boschbes.—Vaccinium vitis idaea.
In dezelfde bosschen van Utrecht, de Veluwe en den Achterhoek, waar de kinderen 's zomers blauwe boschbessen zoeken en waar zij die op vele plaatsen in massa vinden, is ook dikwijls over gansche uitgestrektheden de bodem bedekt met het prachtig frissche, den winter zelfs trotseerende groen van het hoogstens 1½ a 2 dM. hoog wordende heestertje de Vaccinium vitis idaea. De blaadjes, kort gesteeld en verspreid aan het niet kantige stengeltje staand, zijn elk voor zich 't bekijken dubbel waard. Behalve hun schitterend mooi donkergroen aan de bovenvlakte treft de keurige omgekeerd eironde vorm, de min of meer naar buiten omgeslagen rand, waardoor ze zoo iets afgeronds als gezoomds hebben, terwijl aan den top een flauw gekarteld randje te zien is en hun lichter groene achterzijde door kleine kliertjes dicht is bespikkeld.
En dan, wat een levendige kleuren tusschen dat donker groen! Aan één takje soms de beeldige witte hangende klokjes, op lelietjes van dalen gelijkend, en tevens trosjes bessen van groenachtig tot helder wit, rose, vuurrood en donkerwijnrood. En meen niet, dat ik u nu de stadia slechts noem, die de bes doormaakt, neen aan eenzelfde heestertje zijn al die of vele der trappen tegelijk aanwezig en naast een stengel met een stelletje billardballen, twee witte en één helderrooden, vonden wij een anderen met den mooien eenzijdigen tros van een tiental knoppen en bloemen.
Elk bloempje heeft een fraai schutblaadje, puntiger dan de stengelbladen en, evenals het sierlijke kelkje, dat met zijn vier vrij breede vliezige tandjes op het vruchtbeginsel is gezeten, lichter van kleur dan deze. De vierslippige klokvormige kroon op de vleezige schijf biedt met teruggeslagen slipjes een kleurig inkijkje op de acht stamina met harige witte helmdraden, donkerbruine forsche helmknoppen met lichterbruine aanhangsels op den top, waarboven de lange stijl ver uitsteekt, terwijl in de sierlijkmooie licht gedeukte, half rose, half witte knoppen de meeldraden helder rose zijn met witte aanhangsels. Die laatste zijn een kenmerk van alle vijf Vacciniumsoorten, die in ons land voorkomen; 't zijn twee buisjes, één op elk hokje van den helmknop, waarin de helmhokjes uitloopen en waardoor zij hun stuifmeel met tusschenpoozen en bij gedeelten ontlasten; de openingetjes op den top laten zich met de gewone loupe best onderscheiden.