Pagina:Publications de la société d'archéologie dans le duché de Limbourg, volume 1 , 1864.djvu/14

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 8 —

schap onzer vaderen. Maar dit veld, hoe uitgestrekt ook, is in duizende bont-geschakeerde onderverdeelingen afgepaald, en de bebouwer dier wetenschap kiest niet zelden tot terrein zijner nasporingen, een geliefkoosd tijdvak der geschiedenis, den omtrek van een gewest of de specialiteit van eenige gewrochten der kunst.

Ook de Societeit, met wier lidmaatschap wij ons vereerd zien, heeft zich eene bijzondere werkplaats voor hare studiën gekozen. Zij heeft immers tot doel "het bevorderen der vaderlandsche geschiedenis, alsmede het opsporen van oudheden en overblijfsels van kunst en nijverheid in ons hertogdom aanwezig."

Ik hadde u gaarne, mijne Heeren, met den ganschen inhoud harer onderneming bekend gemaakt, vreesde ik niet misbruik van uwe aandacht te maken. Daarom wil ik mij uitsluitend bepalen met u, naar aanleiding van het eerste artikel van ons reglement te spreken over de oudheidkunde als hulpbron der geschiedenis van het vaderland in derzelver voornaamste tijdvakken.

Het begin der geschiedenis van onzen dierbaren geboortegrond verliest zich—gelijk die der meeste volkeren—in den nacht der tijden. De oudste bewoners van ons land, die men te regt of te onregte Kelten noemt, zijn door den geschiedschrijver enkel bij name bekend, en er zoude een eeuwig duister over de wieg van ons vaderland gesluijërd blijven, ware de oudheidkundige, de schrijver der geschiedenis niet met de fakkel van zijn onderzoek voorafgegaan, en hadde hij hem in de huishouding dier oorspronkelijke volkeren niet binnengeleid. Zoo leert hij den geschiedschrijver in den afgeplatten steen, dien wij donderkiel of Silex noemen, het wapen kennen, dat de oorspronkelijke bewoner, vóór dat het ijzer bekend was, gebruikte, om zijn hout te kappen, zijn huis te bouwen of zijnen vijand te verslaan. Hij wijst hem in den steen-