Pagina:Publications de la société d'archéologie dans le duché de Limbourg, volume 1 , 1864.djvu/171

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— 161 —

komstig, vestigde zich op het einde der vijftiende eeuw te Maastricht, alwaar Jan Lenarts, zijnde het eerste lid, dat wij aantreffen, deel maakte der Magistratuur en gedurende het beleg van 1557 overleden is. Zij vormde een patriciër-geslacht, waarvan meerdere leden, in het Luiksch gedeelte der stad, met de waardigheden van Burgemeester, secretaris, "peymeester" en fourrier bekleed zijn geworden. Hun blazoen bestond in een veld van zilver, beladen met drie gesteelde klaverbladen van sinopel.

Lambert-Emmanuel-Joseph Lenarts was achtervolgens peymeester en fourier. In deze laatste betrekking stond hij aan het hoofd eener commissie, belast met de logering der troepen. Betrekkelijk het ambt van "peymeester" of stads ontvanger verklaren de recessen van Maastricht, Cap. XII, §1, het volgende: "De paymeesters, twee in getal, waer af den eenen is Brabands ende den anderen Luycks geboorne, zullen ontfangen, administreren ende verantwoorden de stadts middelen ende finantiën ende dat by beurten ende jaar om jaer, daeraf den eenen word genaemt betalende pay-meester, ende den anderen vidimerende, of leerende pay-meester."

De peymeester Lenarts stierf te Hasselt in de eerste jaren dezer eeuw. Buiten de geschriften, die wij hier, als van zijne hand komende, besproken hebben, zou hij nog als vervaardiger moeten beschouwd worden van eenige opstellen over de geschiedenis der stad Maastricht, geplaatst in eene reeks almanakken, die in de laatste decenniën der vorige eeuw, bij den drukker Landmeter verschenen zijn.

Nu nog een woord ten opzigte zijner Geschiedkundige Aanmerkingen over Maastricht. Wij hebben niets aan den zakelijken inhoud van het werkje veranderd; wij geven het in druk gelijk het voor ons ligt, zonder vele noten en kantteekeningen er bij te voegen. Wij weten dat de schrij-