Pagina:Publications de la société d'archéologie dans le duché de Limbourg, volume 1 , 1864.djvu/261

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— 243 —

den titel van Loos, Loon of Loen, by de bisschoppen van Luyck, als een manleen verheven hebben.

Wanneer men de liberale giftbrieven der keysers en koninghen tot op den grond beschouwd zal men met my moeten het volgende opmerken. Uyt het diploom van Arnulf (889), dat de abtdy van St-Servaas gelegen was in het graafschap van Maasland; uyt het diploom van Zwentibold (898), dat zy gelegen was in pago Mosalant; uyt het diploom van Karel (919), dat zy gelegen was tot Maastricht in het graafschap van Hasbanië; uyt het diploom van Lodewyck (908), dat Maastricht een graafschap was, onder het bestuur van zekeren Albuinus; uyt het diploom van Hendrik (1040), dat Haspingh een graafschap was, gelegen in het graafschap Haspengouw of Hasbanië; uyt het diploom van Otto (985) en van Hendrik (1006), dat het dorp Maastricht van het graafschap Maastricht gescheyden is, ten voordeele van den bisschop van Luyck, gelyk ook het patrimonie van St-Pieter, by bulle van Paus Adriaan (1155). Uyt dit alles moeten wy besluyten en als absoluyt gevolgh aannemen, dat Maastricht en Haspingh, nu Loon of Looz genoemt, twee kleyne graafschappen waren, in het groote graafschap van Haspengouw of Hasbanië gelegen, en dat Maastricht en St-Pieter, alhoewel in het graafschap van Maastricht gelegen, daarvan ten volle zyn gescheyden en aan den bisschop van Luyck gegeven.

Zoo dat tot bereykingh van myn voorwerp het genoegh zal wezen deze drie graafchappen in het byzonder na te gaan, beginnende met het groote graafschap van Hesbanië, daarin zoekende de twee kleyndere van Haspingh en Maastricht, en dan eyndelyk het dorp van Maastricht te door wandelen, om te zien aan welke veranderingen het, by verloop van tyt, is onderhevigh geweest, daarby niet vergetende de abtdy van St-Servaas. Dit dorp dan eyn-