Artikel 57.
1. De houder van de machtiging is verplicht er voor zorg te dragen, dat de inhoud van hetgeen wordt uitgezonden, niet in strijd is met de veiligheid van den Staat, de openbare orde of de goede zeden.
2. Het uitzenden van mededeelingen, die in strijd zijn met de veiligheid van den Staat, de openbare orde of de goede zeden, alsmede van andere seinen dan krachtens de machtiging toegestaan en het uitzenden buiten voorkennis of tegen de opdracht van den houder van de machtiging is verboden.
Artikel 58.
De houder van de machtiging is verplicht zich te onderwerpen aan de controle op hetgeen door middel van de inrichting wordt uitgezonden, zooals deze controle bij wettelijk voorschrift is of zal worden geregeld.
Artikel 59.
2. Voorzieningen ter opheffing of ter voorkoming van be lemmeringen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, geschieden op kosten van dengene, aan wien de machtiging is verleend.
Artikel 60.
De houder van de machtiging is verplicht:
{{Alinea|2em|-2em|b, de door den Directeur-Generaal aan te wijzen ambtenaren op vertoon van hunne bijzondere lastgeving, indien het betreft houders van een machtiging als bedoeld in artikel 50 onder a, of van hun legitimatiebewijs, indien het betreft houders van een machtiging als bedoeld in artikel 50 onder b, in de gelegenheid te stellen na te gaan, of aan de bij de machtiging gestelde bepalingen of ter uitvoering daarvan gegeven aanwijzingen is voldaan.