de waarheid verbood mij dit. Betreur dan met mij die ongelukkige Inwooners, en vooräl de Hervormden onder hen, dit is alles wat wij 'er thands aan doen kunnen. – Als wij elkander ſpreeken, zal ik U over het een en ander iets meer zeggen, zo de tijd en mijne bezigheden, die reeds op mij wachten, zulks toelaaten, anders ſchrijf ik U dezelve in ledige oogenblikken, die mij van mijnen tijd overſchieten. – Binnen een dag of vier hoop ik U te zien. Overmorgen wandel ik van hier over Udenhout en Helvoirt naar 's Bosch, om mij dan 's anderen dags ſcheep te begeeven, is mij den wind dan gunſtig, dan ben ik ſchielijk bij U. O! hoe verlang ik reeds naar het oogenblik, om U mijn Vriend! weder aan mijn hart te drukken; ik tel reeds de uuren, die mij, na zulk eene lange afweezendheid, weder bij U zullen brengen. Als Gij deezen ontvangt, hoop ik niet ver meer van U af te zijn, en hij zal U verzekeren, dat Gij binnen kort een' kus der heiligſte vriendſchap zult ontvangen van uwen onveranderlijken en getrouwen
Pagina:Reize door de majorij van 's Hertogenbosch.djvu/138
Uiterlijk