Naar inhoud springen

Pagina:Reize door de majorij van 's Hertogenbosch.djvu/30

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
(18)

Hervormden nog de groote Kerk in bezit hebben, en geen wonder! want deeze Kerk rekent men, wat de inwendige waarde belangt, eene halve millioen waardig, doch dit is het minſte, maar zij is eene bisſchoplijke en dus gewijde Kerk, dit doet bij eenen dommen Roomſchen alles af, want wat zou men toch niet willen geeven voor zulk eene heilige Kerk, als men dezelve maar in bezit kon krijgen. Het Opperweezen (dus denkt het dom bijgeloof) ſchept meer behagen in eene gewijde dan ongewijde Kerk, of – zouden de Beelden meer zin in eene heilige Kerk hebben? dit moet zoo weezen, want God kan overäl, en wil ook overäl in geest en waarheid gediend worden, dan – genoeg! – Ik meld U dit alleen, mijn Vriend! op dat Gij zien zoudt, hoe dwaas het dweepzuchtig bijgeloof denkt, en hoe ſchaamteloos het zijne gedachten openbaart. Hier ſchiet mij iets te binnen, het geen ik niet mag noch moet vergeeten, om U te melden; luister derhalven met beiden uwe ooren vlijtig toe, hier is het geval, zoo als het gebeurd is: Eene zekere Jufvrouw in deeze Stad had gedroomd (anderen zeggen, dat zij eene Godlijke openbaaring in den droom gehad heeft, of dat het haar voorzegd was) dat in de groote Kerk weder ſpoedig door eenen Bisſchop de Misſe zou geleezen, en alles weder, wat den Godsdienst belangde, zou herſteld worden als voor den jaare 1629, alle Geuzen zouden dus de Stad moeten ruimen; haar jongſte Zoon, die reeds werklijk voor Priester ſtudeerde, zou de eerſte Bisſchop weezen. Zij

ver-