Pagina:Reize door de majorij van 's Hertogenbosch.djvu/29

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
( 17 )

ô Ruiter! in een volgende eeuw;
Wanneer de Theemsgod op zijn ſtranden,
Zijn Vlag in Coattam: ziet verbranden
Door dapp'ren Batavier en Zeeuw,"

Men vind thands in deeze Stad nog eenige waarlijk Geleerde Mannen, doch voornaamlijk onder de Proteſtanten, want de Roomſchen kunnen hier niet op roemen, alleen vind men onder dezelve eenige weinige goede Rechtsgeleerden en Geneesheeren. – Ik mag hier ook niet met ſtilzwijgen voorbij gaan, dat men hier in het jaar 1664 een boekjen gedrukt heeft, het geen men onder de zeldzaame Boeken mag rekenen, getiteld: Taxcæ Cancellariæ Apostolicæ, dat is: Schattinge van de Cancellarie en Penitentie-kamer van den Paus te Romen. Het zelve bevat allerlei ſoort van zonden, en voor hoe veel ieder derzelve kan afgekocht worden. – Ik heb één exemplaar gezien, het geen ten teken van echtheid, uit naam der Regeering, ondertekend was door den Secretaris der Stad in dien tijd J. van der Meulen; ik zag in het zelve gruwelijke ſnoodheden, waar voor 's menſchen hart te rug beeft, aangetekend, welke nogthands voor eene bagatel konden worden vrijgekocht. –

Onder de Roomſchen, welke hier ver het grootſte gedeelte uitmaaken, heerscht veel onverdraagzaam- en bitterheid, ſchoon dit ook waar is, dat 'er onder dezelve, vooräl onder de voornaamſten ook eenigen zijn, die dit afkeuren; dit is ondertusſchen zeker, dat veelen van dit Kerkgenootſchap het met ſcheele en nijdige oogen aanzien, dat de

Her-
B