Pagina:Reize door de majorij van 's Hertogenbosch.djvu/34

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
( 22 )

Dungen worden zeer veele kinderen gedoopt van andere Dorpen, wijl zij dan worden aangemerkt als geboorene Bosſchenaars, en ook dezelfde voorrechten genieten.

Aan den zuidkant der Stad buiten den grooten Hekel, plagt eertijds eene Schans te liggen, de Pettelaar-ſchans genoemd; doch deeze is thands geſlecht. Iets verder dan die Schans gelegen heeft ligt eene herberg, nog de Pettelaar genoemd; derwaards wandelen op Zon- en feestdagen veele Bosſchenaars, doch van het geringſte ſoort, welke hier dan op hunne wijze braaf vrolijk zijn; 'er zijn hier bij deeze herberg ook aangenaame wandelwegen, welke echter, zoo als het mij toeſcheen, weinig bezocht worden. –

Ik wandelde, wijl het mij te vol was op den Pettelaar (het was juist de een of ander heiligendag) voord, om eens een geruimen tijd vrij in de open lucht te kunnen ademen, en kwam, na een groot uur wandelens, te St. Michiels-Geſtel. Dit is een zeer ſchoon Dorp, zijnde zeer aangenaam aan de Dommel gelegen; het heeft eene ſchoone Kerk en eenen uitmuntenden tooren, ook treft men 'er zeer veele mooië buitenplaatzen aan. St. Michiels-Geſtel heeft eenen ſtraatweg, en het is 'er zeer levendig, wijl het zoo digt bij de Stad ligt, en zeer veelen, die uit de Majorij naar 's Bosch moeten, hunnen weg over dit Dorp neemen. Dit Dorp, zijnde eene heerlijkheid, behoort aan den Keurvorst van den Palts, deeze ſtelt 'er alle ambtenaaren aan, Hij vergeeft ook de Predi-

kants-