Pagina:Reize door de majorij van 's Hertogenbosch.djvu/35

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
( 23 )

kants-plaats, en, zo ik niet mis, desgelijks het Schoolmeesters-ambt – ten minſten – zóó plagt het te weezen. – –

Buiten de Vuchter-poort, omtrent één vierde van een uur van de Stad, lag eertijds het dorpjen Reut, zijnde thands het Fort Iſabel; deeze ſterkte is vrij groot, en word bewoond; 'er ſtaat eene kleine Koepel-kerk der Hervormden op; voorheen wierd in dezelve door een vast Predikant alle Zondagen den Godsdienst verricht, doch dit houd ſedert eenige jaaren op; iets digter bij de Stad, aan de regte hand, als men naar dezelve wederkeert, ligt de Schans St. Antonie, en van verre aan de linke zijde, een half uur buiten de St. Jans-poort, ziet men dan ook het kleine dorpjen of liever de Buurtſchap Deuteren, beſtaande ſlechts uit eenige geringe huizen. – Dewijl ik van de St. Jans-poort ſpreek, moet ik, als in 't voorbijgaan, U zeggen, dat men mij verhaalde, dat outijds op dezelve deeze twee latijnſche versſen, waarin men Joännes den Dooper, om beveiliging van haardſteden, altaaren en burgers ſmeekte, las:

Hanc portam, civesque tuos, arasque, fecosque
Cuſtodi dilecte Deo Patroue Joännes

Hier hebt Gij nu eenen langen brief – Gij ziet 'er uit, dat ik mijnen tijd hier niet verbeuzeld heb; ik zal nu deeze plaats ſchielijk verlaaten, want het begint mij hier te verveelen – Morgen – ik verheug mij reeds bij voorraad – morgen gaa

ik
B4