Naar inhoud springen

Pagina:Reize door de majorij van 's Hertogenbosch.djvu/75

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
(63)

jen, en vertoont zich zeer ſchoon voor den nieuwsgierigen vreemdeling. Men vind bij hetzelve ſchoone Bosſchen, en aanlokkende door kunst aangelegde Wandeldreeven, met zeer veel genoegen beſchouwde ik dezelve, en na dezelve, zoo veel mij de tijd toeliet, doorkruist te hebben, kwam ik gisteren avond zeer vermoeid (ik had ook eene groote wandeling gedaan) weêr hier. – Ik moet hier eindigen, want het loopt naar den middag; en ik wil eerst nog naar het Park wandelen. – Heden na den middag gaa ik weêr uit, om nog eenige andere Dorpen te zien, en na dezelve bekeeken te hebben, ſchrijf ik U verder. –

Vervolg.

Ik heb ook het Dorp Stiphout gezien, doch 'er niets merkwaardigs aangetroffen. Met eene ſoort van huivering betrad ik den grond van dat Dorp, wijl hier voor een jaar twee drie een geval is voorgevallen, dat bijna alles in ontmenschtheid te boven gaat. Dit geval ſproot ook al voord, even gelijk de andere gevallen, die ik u verhaald heb, en die alle ſedert één jaar zijn gebeurd, uit eenen verfoeiëlijken Godsdiensthaat. – De Drost, een Gereformeerd man van ruim zeventig jaaren, moest hier eenige zaaken, die zijn ambt medebragten, verrigten; op het Raadhuis bij de Schepenen gekomen zijnde, wierd hij door vier belhamels overvallen, deeze ontnamen hem zijn goud horologie, deeden hem tagtig guldens betaalen, ſcheurden zijnen rok in ſtukken, ſloegen hem

eeni-