Pagina:Staatsregeling van Aruba (2013).pdf/18

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

*****************************
AB 1997 no. GT 1*CENTRAAL WETTENREGISTER*13 september 2013
*****************************

bouwen en besloten plaatsen van het in dit artikel omschreven recht betreft, I.17, eerste lid, voor zover dit het vereiste van een bijzondere schriftelijke machtiging van de rechter betreft, I.17, tweede lid, I.18 en I.19, eerste lid.

3. Terstond na de afkondiging van een uitzonderingstoestand en voorts, zolang deze niet bij landsbesluit is opgeheven, telkens wanneer zij zulks nodig oordelen, beslissen de Staten omtrent het voortduren daarvan.

Hoofdstuk VI: Het rechtswezen en de rechterlijke macht


Artikel VI.1

Er wordt in Aruba recht gesproken in naam des Konings.

Artikel VI.2

1. De rechterlijke macht wordt alleen uitgeoefend door de rechter die lid zijn van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

2. Elke tussenkomst in rechtszaken is verboden.

Artikel VI.3

1. Aan de rechterlijke macht behoort bij uitsluiting de kennisneming van geschillen over burgerlijke rechten en over schuldvorderingen.

2. Aan de rechterlijke macht is voorts opgedragen de berechting van strafbare feiten.

3. Bij landsverordening kan de kennisneming van geschillen die niet uit burgerlijke rechtsbetrekkingen zijn ontstaan, worden opgedragen aan de rechterlijke macht of aan bijzondere rechtscolleges, waarin leden van de rechterlijke macht mede zitting hebben.

4. Van geschillen over het kiesrecht en andere grondrechten, over de rechtstoestand van ambtenaren en over heffing en invordering van belastingen neemt de rechterlijke macht kennis, wanneer de kennisneming daarvan niet bij landsverordening aan een ander gerecht is opgedragen. Indien de wijze van berechting van deze geschillen door de rechterlijke macht niet bij landsverordening nader bepaald is, worden de voor de berechting van geschillen van burgerrechtelijke aard geldende regelen zoveel mogelijk toegepast.

Artikel VI.4

De rechter treedt, behoudens het bepaalde in artikel I.22, niet in de beoordeling van de verenigbaarheid van landsverordeningen met de Staatsregeling.

Artikel VI.5

1. De terechtzittingen vinden in het openbaar plaats, behoudens uitzonderingen te stellen bij landsverordening.

2. De vonnissen en beschikkingen bevatten de gronden waarop zij zijn gewezen of uitgevaardigd, en, in strafzaken, de aanwijzing van de artikelen der wettelijke regelingen waarop de veroordeling berust.

3. De uitspraak van de vonnissen geschiedt in het openbaar.

Artikel VI.6

Vonnissen en beschikkingen, door een rechter die de rechterlijke