Naar inhoud springen

Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/346

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

naam van een stormhoed of harnas geven. 'Er zyn verscheiden zoorten van dieren van deezen naam in Guiana. De grootste heeft van den bek tot agter aan de staart, meer dan drie voeten lengte. De Armadil is van een roodachtige kleur, en heeft het lyf met zeshoekige beeldtenissen geheel bedekt. Zyne oogen zyn klein, en zyn lange staart, die aan den wortel dik is, word trapsgewyze al langer hoe dunner, eindigt puntsgewyze, en is even als het lyf met beweegbaare ringen bedekt. Dit dier heeft vier laage, maar langwerpige pooten, elk met vier nagels, met klaauwen gewapend; de voorpooten hebben 'er slechts twee, maar de agterpooten vyf. De Armadil gaat alleenlyk des nachts uit; zelden ziet men hem over dag; hy brengt dien slapende door in zyn hol, het welk hy met het grootste gemak graaft. Hy zinkt daar zoo diep in, dat de sterkste man niet in staat is 'er hem uit te trekken, schoon hy hem dikwils de staart aftrekt. Wanneer men op hem aanvalt, of wanneer hy verschrikt is, wind hy zig in elkander, zyn stormhoed en harnas dicht by één voegende, waar in de kop en pooten dan besloten zyn.

De vogelen, de insecten, de vruchten, de wortelen, enz, dienen hem tot voedzel. Ik heb niet bevonden, dat hy kwaad was om te eeten; maar de Europeaanen maaken 'er weinig werk van.