gerekend van het uiterste gedeelte van het hoofd tot dat van de staart, is omtrent veertien voeten.
De schildpadden zyn van tweederlei zoort, en te Surinamen in 't algemeen onderscheiden door de benaamingen van calapée en carett, de groote en de kleine schildpad. De eerste weegt zomtyds tot by de vierhonderd ponden, en derzelver schelp is een weinig plat. De tweede is minder dan de eerste in grootte en in hoedanigheid; maar derzelver schelp is van meerder waarde, en van gedaante meer uitgebogen. De eijeren, zoo van de eene als de andere, verschaffen een uitmuntend voedzel; zy leggen die neder in 't zand, alwaar de hette der zon dezelve doet uitbroeijen. De manier om deeze dieren te vangen, bestaat in dezelve met een knuppel op den rug te leggen, en zoodanig te laaten blyven, tot dat 'er een bekwaame gelegenheid is om ze weg te voeren. Derzelver zwaarte en de moeijelykheid, die zy ontwaaren met zig te bewegen, zyn zoo groot, dat het haar onmogelyk is zig om te keeren en te ontvluchten. De vleeshouwers in Surinamen leggen dezelve te koop, even gelyk het vleesch in Europa op de markten te koop is. Het vleesch der schildpadden is tusschen de maanden February en May zeer lekker.
Des morgens van den eersten February zeilden