lukte haar niet: een gedeelte der roeijers zwommen haar na, en bragten haar weder aan boord. Haare meesteresse deed, by haare komst op de Plantagie, haar drie of vier roede-slagen geven, om haar te straffen wegens de schade, welke zy, door zig van kant te helpen, aan haar had willen toebrengen.
Den 20sten, verliet de Colonel FOURGEOUD met zyn krygsvolk, het welk in den deerniswaardigsten staat was, Maagdenberg; dienvolgende sloeg hy zyn leger neder op eene Plantagie, genaamd Nieuw Rozenback, gelegen tusschen mynen post van de Hoop en het Hospitaal. Ik ging dadelyk myne opwagting by mynen Colonel maken, en vernam aldaar den volgenden uitslag zyner krygsverrigtingen. Ik heb reeds gezegd, dat de Capitain FREDERIK was gewond geworden; een soldaat was verdwaald geraakt: een ander was door de muitelingen gehouwen; de gevangenen hadden met hunne ketenen de vlucht genomen; en de vyand spotte met deezen krygstocht. — Men had een zee-soldaat, die ziek was, aan zyn lot overgelaten; één der Slaven had den arm gebroken, ten gevolge van mishandelingen. Dusdanig waren de byzonderheden van deezen veldtocht. Ik moet egter niet vergeeten de edelmoedigheid van eenen armen Neger, die wegliep, om den