Naar inhoud springen

Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 2 (1799).pdf/143

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

deezen post niet te verlaten, schoon het verblyf van een maand te Paramaribo my een volkomen herstel zoude hebben kunnen bezorgen, ik had dus niets meer te doen, dan myne teekeningen voort te zetten, waar voor de evengemelde Officier my eene vry aanzienlyke somme aanbood; maar ik wilde, zoo 't mogelyk was, myne verzameling volledig maken. Wanneer ik 'er de krachten toe had, wandelde ik rondom de Plantagie, met myn snaphaan op den schouder; en den 3den September schoot ik, onder verscheide andere vogelen, een zeer kleinen vogel, alhier Kibry-fowlo genaamd, om dat hy zig altyd verscholen houdt. Deeze vogel, hebbende de grootte van een lyster, is ten aanzien van deszelfs pluimaadje en gedaante gelyk aan een quartel; maar zyne pooten zyn een weinig langer, en zyn bek is uittermaten puntig. Zeldzaam ziet men hem vliegen; maar hy loopt zeer schielyk in de weiden en Zand-woestynen, alwaar hy zig verschuilt, zoo dra hy bemerkt, dat men op hem loert. De vogel, dien ik doodde, was zeer vet, en toen hy gereed gemaakt was, vond ik hem zoo lekker, als een leeuwrik in Europa.

Den 11den September verliet de Colonel FOURGEOUD Cravassibo, en ging den vyand in de bosschen vervolgen; hy voerde met zig alle de manschappen, in staat zynde om hem te volgen,