Pagina:Stijl vol 02 nr 11 p 121-132.djvu/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
A­BON­NE­MENT BIN­NEN­LAND 4.50 BUI­TEN­LAND 5.50 PER JAAR­GANG BIJ VOOR­UIT­BE­TA­­LING. VOOR AN­­NON­CES WEN­DE MEN ZICH TOT DE AD­MI­NI­STRA­TIE.

MAAND­BLAD GE­WIJD AAN DE MO­DER­­NE BEEL­DEN­DE VAK­KEN EN KUL­TUUR RE­DAC­TIE: THEO VAN DOES­BURG.

AL­LE STUK­KEN DE RE­­DAC­TIE BE­TREF­FEND: K. GAL­GE­WA­TER 3, LEI­DEN. AL­LE STUK­KEN VOOR DE AD­MIN. AD­RES­SEE­RE MEN MORSCH­WEG 20, LEI­DEN, HOL­LAND.

2E JAARGANG.
NUMMER 11.
SEPTEMBER NEGENTIENHONDERDNEGENTIEN.


NATUURLIJKE EN ABSTRACTE REALITEIT

DOOR PIET MONDRIAAN.

TRIALOOG (gedurende een wandeling van buiten naar de stad).

Y. Leek. X. Naturalistisch schilder. Z. Abstract-realistisch schilder.

Vervolg 3e Tooneel.

Z. Dit is het schoone in het leven, dat de mensch in harmonie is met zijn eigen ziening. Het is echter de groote waarde van het ware, dat de mensch niet blijft in die harmonie. Ik ben zeker, dat U bij ontwikkeling van het beeldend zien het gebogene tot het rechte zult moeten vervolstrekken in Uw ziening.
Y. Dan is de natuur dus eigenlijk slechts een middel om ons bewust te maken van het volstrekte?
Z. Ja, het meest uiterlijke doet ons het meest innerlijke, het onvolstrekte leert ons het volstrekte kennen — zooals ook alle wijsheid reeds leerde.
Y. Waartoe dient dan eigenlijk een andere dan de natuurlijke beelding? Kunnen we dan niet evengoed die beelding volstrekt leeren zien, zooals we de natuur leeren volstrekt zien?
Z. De natuurlijke beelding is geen natuur en ook: kunst is geen natuur. De natuurlijke beelding is steeds veel zwakker dan de natuur en wat de kunst betreft: de natuur beeldt geen evenwichtige verhouding in bepaaldheid. Dit is het, wat de kunst moet uitbeelden.
Y. Ik voelde wel reeds aan, dat een andere beelding toch noodzakelijk is, toen we spraken over het tragische van een opkomende maan. Als we de natuur zien zooals zij gewoon visueel verschijnt, is er, dunkt mij, geen ontkomen aan tragiek.
Z. Als we de natuur natuurlijk-visueel zien, is er geen ontkomen aan de tragiek-ziening. Daarom is een diepere ziening noodzaak. Aan de tragiek-aandoening is dan ook alleen te ontkomen door hem die geleerd heeft, juist door de ontwikkeling van het zuiver beeldend zien, het individueele universeel te verwerken.

121