Pagina:Stijl vol 03 nr 03 p 027-032.djvu/5

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


Z. Het is juist voor de zwakken dat ik vecht; de sterke gaat zijn eigen weg en bouwt een nieuwe schoonheid op .... al is ’t dan niet tastbaar reëel. — Evenwel .... waar zal de nieuwe mensch stad of woning vinden? — Als een, dien de maatschappij niet kent, staat hij: als paria.
X. Zoudt u dan voor elk geslacht nieuwe gebouwen wenschen?
Z. Dat is de idee van een architect Futurist. Maar zou ’t niet een betere oplossing zijn zùlke gebouwen te maken die voor althans zeer vele geslachten geschikt zijn?
X. En als alle geslachten „anders” zijn, zooals u zegt?
Z. Toch is het mogelijk, tenminste het wordt mogelijk: door de gebouwen een zuivere manifestatie van het onveranderlijke — datgene wat voor elk geslacht hetzelfde blijft — te doen zijn. Wordt voortgezet.

REFLEXIONS III. (SUITE)

PAR G. VANTONGERLOO.

LA SCIENCE, L’HOMME DE SCIENCE, LE VRAI.

[auteursrechelijk beschermd tot 1-1-2036]

31