Pagina:Stijl vol 03 nr 08.djvu/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

vorm en natuurlijke kleur, verinnerlijkt en zoodoende gelijkwaardig gemaakt aan de zuivere beelding van het innerlijke. Deze beeldingsmiddelen, de rechthoekige kleurvakken, staan elkander steeds zuiver tegenover: zoò kon men in de Nieuwe Beelding spreken van evenwichtige verhouding, in tegenstelling met de oude schilderkunst die harmonie beeldde.
X. Maar is harmonie ook geen evenwichtige verhouding?
Z. Natuurlijke harmonie, de „oude” harmonie, beeldt zich niet volgens het begrip van zuiver evenwichtige verhouding. Zij beeldt zich als betrekkelijk evenwicht. In haar domineert nog de „herhaling” die de natuur kenmerkt: zij beeldt tegenstelling, maar geen voortdurende opheffing van ’t een en ’t ander. Daarom is de Nieuwe Beelding juist tegen de oude harmonie. Het is de moeielijke taak van den nieuwen kunstenaar de nieuwe harmonie te realiseeren.
Y. Daarom geloof ik nooit dat de kunstenaar der Nieuwe Beelding het werk door anderen, niet-kunstenaars, zal kunnen laten uitvoeren.
Z. En de bouwmeester dan: maakt ook deze geen kunst door middel van anderen?
Y. Ja, maar de bouwkunst is anders als de schilderkunst.
Z. Hoe meer de schilderkunst als de „nieuwe kleurbeelding in de architectuur” gaat optreden, hoe meer zij zich ook met de bouwkunst gaat vereenigen.
X. Maar dan gaan we een kunst missen!
Z. Eens komt er een tijd dat we alle kunsten, zooals we die nu kennen, kunnen missen: dàn is de schoonheid gerijpt in het tastbaar reëele! De menschheid zal er niet bij verliezen. De bouwkunst zal het minst behoeven te veranderen: juist omdat ze zoo anders dan de schilderkunst is. In de bouwkunst wordt reeds door niet-kunstenaars het werk uitgevoerd, het materiaal „geplaatst”. Kan dit niet evengoed in de schilderkunst?
Y. Maar de kleur is toch iets heel bizonders!
Z. Evenals de steen, het ijzer of het hout geplaatst wordt in de bouwkunst, zouden in de schilderkunst kleurplaten geplaatst kunnen worden — als die bestonden!
Y. Maar dat zou niet op hetzelfde neerkomen: zoodra men machinaal of zoodra een niet-kunstenaar de kleur aanbrengt zal zij anders zijn.
Z. Juist om haar „anders” te hebben zoekt de Nieuwe Beelding een andere werkwijze, een andere techniek. De abstract reëele schilderkunst reeds eischt een andere techniek, maar de Nieuwe Kleurbeelding in de architectuur nog veel eer. U zegt, de kleur zal anders zijn, u bedoelt minder juist: het eerste stem ik u toe, het tweede, voor de Nieuwe Kleurbeelding, niet. Want de schoonheid die zij tot stand zal brengen zal van een anderen aard zijn.
X. Voorzeker zal zij „koeler” zijn!
Z. Voor het individueel voelen koeler, maar meer intens voor universeel gevoel. Omdat het in de nieuwe kleurbeelding in de architectuur zoo op de techniek, op de uitvoering, op de materialen aankomt, is het nu echter zeer moeilijk een juist begrip van die nieuwe schoonheid te geven, nu de techniek en materialen nog onvolkomen zijn. De uitvoering zooals de Nieuwe Beelding die eischt met behulp van technici en machine zal anders zijn dan de directe uitvoering door den kunstenaar zelve, maar beter en meer volgens de intentie van den kunstenaar. Thans blijft hij meestal beneden zijn intentie. Want steeds 66