Pagina:Stijl vol 04 nr 07 p 097-108.djvu/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

levensatmosfeer, waarin het ons vergund is te leven, met ons mee, gelijk het vocht in een capsule. De capsule verandert van gedaante en wij meenen dat het leven van gedaante veranderd is. De levensassen worden verlegd, maar innerlijk verandert er niets. Wel doordringt deze kogel verschillende ruimten, doch wij worden als een tennisbal door de nieuwe afmetingen geslingerd, zoodat het innemen van een vast punt (hierin dwalen ook de relativisten) slechts schijnbaar is. De bewustzijnsverruiming (cultuur), die van deze wervelbeweging door de ruimte het gevolg en het zekerste kenmerk is, deed het besef ontstaan, dat wij op elk „vast punt” verspreid zijn, hetgeen is neergelegd in de moderne, non-euclidische definitie van het punt: het punt is ’n groep van getallen. Deze onbepaalde definitie van het bepaalde, zou ik willen identifieeren met de definitie van god: god (het punt) is de afwezigheid van tegengestelden.
De dynamo-electrische wijsbegeerte, welke ons tot op het been eigen is (al zijn wij het ons niet bewust) opent een levensmogelijkheid in alle ruimte-afmetingen te gelijkertijd. Hier wordt het simultaneïsme opnieuw op de aether veroverd, terwijl het niet gelijktijdig plaatsgrijpen van een handeling in de tijdruimte daarmede niet in tegenspraak behoeft te zijn. —
Identiteit, simultaneïteit en spontaniteit vormen de drieëenheid van de dadaïstische levensbeschouwing en ik ben er zeker van, dat deze levensverklaring, waarin de tegengestelden elkaâr raken, genie en waanzin aan elkaâr gelijk zijn, binnen afzienbaren tijd, de ruimte waarbinnen onze planeet zich handhaaft zal overwinnen. Het dadaïsme is de realiteit van den geest. De dadaïst, — de naam „dada”, drukt reeds de sprakelooze erkenning van het bestaan uit, — schept uit de negatie van elke traditioneele, alzoo vastgestelde, steriele realiteit het „ja” van zichzelf in onmiddelijk en onafscheidelijk verband met alle tijd-ruimtelijke gebeurtenissen en verschijningen. Niet aan tijd of ruimte gebonden leeft de dadaïst het positief-negatieve, het ja-neen, het vol-ledige, het

98