Naar inhoud springen

Pagina:Stijl vol 05 nr 05.djvu/3

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


DE STIJL

MAANDBLAD VOOR NIEUWE KUNST, WETENSCHAP EN KULTUUR. REDACTIE: THEO VAN DOESBURG. ABONNEMENT BINNENLAND F 6.-, BUITENLAND F 7.50 PER JAARGANG. ADRES VAN REDACTIE EN ADMINISTR. KLIMOPSTRAAT 18 SCHEVENINGEN (HOLLAND).



5e JAARGANG No. 5.
MEI 1922.
 



P. MONDRIAN

DE REA­LI­SEE­RING VAN HET NEO-PLAS­TI­CIS­ME IN VER­RE TOE­KOMST EN IN DE HUI­DI­GE AR­CHI­TEC­TUUR

(Ar­chi­tec­tuur be­gre­pen als on­ze ge­hee­le [niet-na­tuur­lij­ke] om­ge­ving)

Gerealiseerd in de Schilderkunst, heeft het Neo-Plastisch begrip zich ook in Beeldhouwkunst uitgesproken (prisma-composities van G. Vantongerloo). In Bouwkunst gingen eenige Architecten homogeen met de „Nieuwe Beelding“. Zij zochten haar in de praktijk te stellen: theoretisch één weg gaande. Onder hen Architecten inderdaad overtuigd van de noodzaak eener nieuwe Bouwkunst „die verwerkelijkt wat onze tijd aan geestelijke, maatschappelijke en technische vooruitgang kan aanwijzen“ (lezing van J. J. P. Oud Febr. 21). Voor het goed recht van het Neo-Plasticisme pleit dat het streven der geavanceerden (buiten het Neo-Plasticisme om) in dezelfde richting is — zonder evenwel tot „consequentie“ te komen. De consequentie van het Neo-Plasticisme schrikt af. Men vraagt zich de mogelijkheid eener huidige realiseering-als-Architectuur der Neo-Plastische idee af: men „schept“ niet uit overtuiging.

65