Toch houd ik niet zozeer vast aan mijn eigen mening, dat ik elk door wijze mensen voorgesteld aanbod zou verwerpen, als dat maar even onschuldig, goedkoop, eenvoudige en doeltreffend is. Maar voordat er iets naar voren gebracht wordt, dat strijdig is met mijn plan, en een betere oplossing biedt, zou ik de schrijver of schrijvers willen verzoeken zo vriendelijk te zijn twee punten goed te overdenken. Ten eerste: hoe denken zij, bij de huidige stand van zaken, voedsel en kleding te vinden voor honderdduizend nutteloze monden en ruggen. En ten tweede: er zijn in dit hele koninkrijk ongeveer een miljoen schepsels in een menselijke gedaante, die opgezadeld zouden worden met een schuld van twee miljoen pond sterling, als alle kosten van hun levensonderhoud ondergebracht zouden worden in één gezamenlijk aandelenkapitaal; daarnaast kunnen de beroepsbedelaars opgeteld worden bij het totaal aan boeren, landarbeiders en handwerkslieden, samen met hun vrouwen en kinderen, die in feite ook bedelaars zijn. Ik verlang dus dat de politici, die het niet eens zijn met mijn voorstel en misschien zo overmoedig zouden kunnen zijn om een antwoord te wagen, eerst aan de ouders van deze stervelingen zullen vragen, of die zich vandaag de dag al dan niet heel gelukkig zouden prijzen, als zij op eenjarige leeftijd als voedsel waren verkocht, op de manier waarop ik dat beschreven heb. Daardoor zouden ze gespaard gebleven zijn voor de voortdurende ellende die zij vanaf die tijd hebben meegemaakt; onderdrukking door de landheren, zonder geld en handel geen pacht kunnen betalen, gebrek aan dagelijkse levensmiddelen, aan een huis en kleding om zich te beschutten tegen het gure weer en het volstrekt onvermijdelijke vooruitzicht hun nageslacht voor altijd op te zadelen met dezelfde of nog grotere ellende.
In alle oprechtheid verklaar ik dat ik zelf niet het minste belang heb bij het behartigen van dit noodzakelijke voornemen, en geen enkele andere drijfveer heb dan