van een schijntje spaarzaamheid, voorzichtigheid en soberheid; leren houden van ons land, waarin we zelfs verschillen van Laplanders en de inwoners van Topinamboe; onze onderlinge vijandigheden laten varen en alle partijen afschaffen; niet langer handelen als de Joden, die elkaar vermoordden op het moment dat hun stad werd ingenomen; een beetje opletten dat wij niet ons land en geweten zomaar verkopen of onze landheren leren dat op zijn minst enig mededogen met hun pachters moeten tonen. Ten slotte dat wij onze winkeliers wat eerlijkheid, ijver en vaardigheid moeten bijbrengen, die zich, als er nu besloten zou worden om alleen maar onze eigen producten te kopen, meteen aaneen zouden sluiten om ons te bedotten met de prijs, hoeveelheid en kwaliteit van hun spullen. Hoewel hen daar vaak en dringend om verzocht is, is het nooit gelukt hen ook maar een enkel voorstel te laten doen om hun handel eerlijk te maken.
Daarom herhaal ik nogmaals dat niemand bij mij aan hoeft te komen met deze of soortgelijke oplossingen, tenzij hij op zijn minst een sprankje hoop koestert dat er ooit een welgemeende en oprechte poging ondernomen zal worden om ze in praktijk te brengen.
Maar wat mijzelf betreft, ik die mijzelf jaren lang heb afgetobd met het verspreiden van zinloze, ijdele en visionaire gedachten en uiteindelijk nog alleen maar kon wanhopen aan succes; ik kwam gelukkig op dit voorstel, dat niet alleen helemaal nieuw is, maar ook iets degelijks en reëels heeft, geen geld kost en weinig problemen oplevert, geheel in onze macht ligt en waarmee wij niet het gevaar lopen Engeland voor het hoofd te stoten. Dit soort handelswaar is namelijk niet geschikt voor de uitvoer, omdat het vlees niet stevig genoeg is om langdurig op te zouten, hoewel ik misschien toch een land zou kunnen noemen, dat met graagte onze hele natie ook zónder zout zou willen opeten.