Pagina:Tijdinghe uyt verscheyde Quartieren 1620-09-20.djvu/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

VVt Romen den 30. Auguſti.

VAn Napels heeftmen dat sich de Turcsche Armade in twee deelen heeft ghedeelt, d’een tegens Ottranse, om op de Spaensche armade, dewelcke tot Messina leyt, toe te sien: d’ander deel zijnde 46. galeyen sterc, heeft tot Manfredonia 3000. Turcken aen lant gheset, en̄ nadien sy de stadt geplundert hebben, hebben sy dat casteel met 4. stucken beschoten, twelck sich opghegeven heeft, dewijle sy geen geschut daer op hebben ghehadt, daer in de Turcken alles ghevangen ende grooten roof bekomen hebben, ende de stadt in brant gesteken, sulcks dat maer een Moninck ende Vrou in’t Clooster onbeschadicht is ghebleven.

VVt Venetien den 4 September.

 De saken vande Grysons (ghelijck uyt Italien wort gheschreven) staen noch niet ten besten, midts dien de Gouverneur van Milanen de Rebellen in Voltolina alle mogelijcke assistentie is doende, ende noch 1500. mannen om derwaerts te senden gereet hadde, doch en voerden sy niet des Conings van Spaengien wapen maer des Paus, naementlijck Sinte Pieters Sleutelen. Interim wert daer beneffens allerley Krijghs-preparatie naer Como ende de selve contreye ghebrocht, omme den Grysons eerst met rechten ernst aen te grijpen.
 Soo soude oock tot Morbengo ende Sondrio vijf Compaignien Spaengiaerts sich bevinden, daer uyt lichtelijck af te nemen is in wat perijckel deselve Grysons teghenwoordich staen, des te meer men met verlanghen wacht, wat doch de Switsers die nu tot Baden eenen ghemeenen Lantdach houden, voor eene resolutie tot der selver Grysons hulpe sullen nemen.
 So heeft oock Planta sich van vele Dorpen in Engadien voor den Eertshartoch Leopoldus laten huldigen. Doch hebben de Catholische Switsers de Euangelische daer na den pas vergunt, om de Spaengiaerdē Veltolina wederom af te nemen. Ghelijck sich die van Bern alreede aldaer sien laten.
 Het wert voor-seker uyt Venetien geschreven, dat de Turcksche Armade in Apulien ingevallen is, de Stadt Manfredonia verovert, ende neffens dien veel andere plaetsen ende Kloosters gheplondert, ende ooc veel menschen, daer onder ettelijcke Nonnen wech ghevoert souden hebben.

VVt VVeenen den 4. dito.

 De Keyserlijcke Gesanten zijn met dese resolutie van Nieuwensael verreyst, dat namelijck de Keyser binnen 14. daghen wederom andere Ghesanten met ghenoechsame volmacht nae Presburch af ordonneren, ende met de Bohemen ende Gheconfedereerde Landen eene vrede ingaen soude, ende dat alsdan hare Majesteyt haren Coninck soude blijven, ofte ter contrarie, soude Bethlem Gabor tot eenen Coninck van Hongaren terstont ghekroont worden: ende neemt-men noch daghelijcks vele Volcx aen.
 Of wel Bethlem Gabor eenen Courier aen de Keys. Majest. heeft ghesonden, ende alsnoch met sijne Maj. begheert te tracteeren, soo heeft doch sijne Majest. daer op niet resolveren konnen noch willen: waer over sijne krooninghe opten 8. deses tot Presburch sal aenghestelt worden: Gelijck hy dan opten eersten deses van Nieuwensael met sijn Ghemael, met inde 40. duysent Man tot hulpe van die van Bohemen, ende teghens Stiermarck opgebroken is, ende zijn tot Presburch uyt vreese van eenen inval, de garnisoenen versterckt, ende een Schantsse tegen over de Stadt aen den Donau opgeworpen. Daer tegens zijn Smaendaechs inder nacht ettelijcke duysent man volck derwaerts gepasseert, totte welcke de Esterhase, Graef van Serin, 10. duysent sterck komen sullen, oock de Heere Hans Breyner Overste tot Raab, tot eenen Generael daer over verordineert worden.
 Insghelijcx soude de Grave van Bucquoy (nae dien hem 6000. vant Beyersche Volck toe ghekomen is) eenen aenslach voor hebben, hebbende tot dien eynde ettelijcke stucken gheschuts uyt Krembs trecken laten.

VVt Praghe den 8. September.

 Men verneemt van goeder handt dat de Stenden in Over-Oostenrijck den Hartoghe van Beyeren interims-ghewijse ghehuldicht hebben, daer-en-teghens heeft hy nu ooc belooft henluyden by hunne Privilegien ende vryheyt der Religie te beschutten.
 De verseghelde Confederations-Brieven met Bohemen hebben sy moeten casseren, ende met stercken eedt belooven moeten in eeuwicheyt sich in dierghelicke confederatie niet meer in te laten, daer op heeft de voorsz. Hartoge den Collonel Ebersdorf tot Governeur in Oostenrijck ghecommitteert, de Steden met Krijchsvolck beset, ende met de reste van sijn Legher op Bohemen in persoone getrocken, heeft onder weghen een Brieff aen den Coninck van Bohemen ghesonden, daer-inne hy vande selve begeert sich opentlijc ende eyntelijck te willen declareren, of hy de Kroone des selven Rijcx ende de Gheincorporeerde Landen den Keyser te cederen willich zy, soo niet, moste hy wat anders voornemen.
 Den 31. passato is de voorsz. Courier met dese resolutie weder afgheveerdicht, als dat de voorsz. Coninck noch de Stenden sich sulcker dreyghementen van excecutions processen vande voorsz. Hartoch niet voorsien, sulcx oock niet met die tot noch toe ghecontinueerde goede nabuerschap verschuldicht hadden, twelc sy doch indien de voorsz. Hartoghe (teghens verhoopen) in sijn intentie verblijven, aen sijn plaetse mosten laten blijven, maer waren daer teghens gheresolveert haer goet ende bloet uyterlijck metten anderen op te setten, ende de uytkomste van Godt als een rechtveerdich Rechter te verwachten. Maer de voorsz. Hartoghe was, sonder op dese antwoort te verwachten, alreedts met drie Regimenten te voet ende duysent peerden, neffens thien stucken gheschuts in die contreye by Witengau ende Nieuhausz in Bohemen aengekomen, hebbende een aenslach op’t voorsz. Nieuhausz ghehadt, van waer hy den pas nae Praghe, Moravien ende Neder-Oostenrijck hebben mochte, maer deselve plaetse was met Garnisoen ende ander nootdruft wel voorsien.
 Den Heer Grave van Mansvelt leyt met acht duysent Soldaten behalven het Landt-volck niet verre van hem af, zijnde hem uyt dat Boheemsche Leger daer toe noch vier duysent Musquettiers, ende vier duysent van de nieu aenghekomen Hongaren toeghesonden, diemen meynt dat den Beyer lichtelijck tegenstaen sullen. Ende ghelijck tot Praghe de tijdinghe quam, soude de voorsz. Beyer met sijn Volck sich weder te rugge naer Weythoven tusschen Moravien ende Bohemen gheleghen, begeven hebben, werdende van den Grave van Mansvelt achtervolght.
 Op toe-komende Sondach sullen hare Conincklijcke Majesteyt met der selver gantschen Hof-staet communiceren, ende als dan nae het Hooft-Legher verreysen.
 Dewijle de Keurvorst van Saxen aen deser zijds af-Gesanten sich oock wederweerdich heeft verklaert, namelijck, so verre hare Conincklijcke Majesteyt ende de Standen, sich metten Keyser niet accommoderen na behooren, dat hy niet nalaten konde den Keyser met aller macht by te staen. Over sulcx sal de Loutmaritzer, Satzer ende Sleyner Kreytz dese daghen ghemonstert ende aende frontieren gheleght worden. Boven dat is gisteren door eenen expressen Courier hare Majesteyt geadviseert, ende daer by noch een schrijven van Keurvorst Saxen over-ghelevert, twelck sy aenden Lant-Hooftman tot Bautzen hebben ghesonden, daer-inne sy begeeren dat ghemelte Landt-Hooftman de selve Standen op den 7. deses tot Bautzen by malcanderen beschrijven soude, alwaer haer Cheurvorstelijcke Ondersaten wilde proponeren laten wat commissie sy hadde van wegen de Keyserlijcke Majesteyt. Zijnde daer op terstondt op een kleyne mijle weeghs nae met 7000. man te peerde ende te voete aenghekomen. Dan dewijle de Marckgrave 4000. man uyt Koningraten daer henen ghesonden heeft, ende oock gisteren de Marcgrave van Jagers-dorp terstont is ghevolcht, verhoopt-men dat hy weynich uytrechten sal. Hare Conincklijcke Maje. hebben deselvighe Standen by de selve Courier wederom te melden laten, dat sy gheensints en souden compareren.