Pagina:Tijdinghe uyt verscheyde Quartieren 1621-05-12.djvu/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ghelijck op gisteren noch drie verscheyden ghenomen zijn.

Door dien den Keyser gheen Perdoen voor alle de Geconfedereerde in Hongheren heeft willem vergunnen ende de Stenden van Hongheren geen Duytsche Garnisoenen willen innemen, is de vrede-handelinge gantsch ghebroocken.

Men verstaet dat den Keur-Vorst van Saxen de Achts-verclaringhe teghens den Vorst Christiaen van Anholt niet wil executeren, houdende de selve (daer van nu wel onderricht zijnde) voor onwettich, soude oock eenich verschil tusschen den Beyer-Vorst ende zijne Keur-Vorstelijcke Ghenade ghevallen zijn.

Den Marck-Graef van Jaghers-Dorp ende de Stenden siende de overgroote tyrannije die den Keyser door zijn moetwillich Krijghs-volck laet bedrijven in Moravien ende Slesien, ende dat den Keyser gantsch zijn belofte niet nae en comt, soecken sich met Betlehem aen te spannen, ende is Jagers-Dorp 10. duysent man sterck.

Van Straesburgh hoortmen dat d’Erts-Hertogh Leopoldus met zijn Hof ghesin nae Insbruck vertrocken was, soude van daer naer Grets hem begheven om den Keyser inde defensie van t’selve Landt te seconderen.

Menichte van Crijchsvolck voor sijne Majesteyt van Denemercken aenghenomen, ligt tusschen Bremen ende Hamburgh, bedrijven veel moetwil, doch souden eerst-daechs ghemonstert werden.

Wt Augsburgh wert gheschreven dat den Grave van Mansvelt noch daghelijcx continueert in krijchsvolck aen te nemen, gheeft elcken Soldaet thien ende twaelf gulden op de hant. De Munster-plaets soude te Slachtebach zijn, anderhalf mijl van Hirssau.

Sijne Majesteyt van Vranckrijck heeft seecker Placcaet laten uytgaen, ende is van meeninge eerstdaechs op te trecken.

Den Hertoch van Nieuborch doet tot Ceulen ende die plaetsen daerontrent veel volcx aennemen op spaensche betalinge, ende naer Wesel trecken.

De Vyantschap int Landt van Gulich begint daghelijcks te rijsen, ende beginnen den anderen hostiliteyt te betoonen.

Den Admirael Pasman voor Berc hoortmen laet noch 300. Bootsgesellen aennemen, souden oock meer uytlegghers aende Spaensche zijde op den Rijn geleght worden.

Die van Wesel zijn met eenich krijchs-volck noch versterckt, nemen oock daghelijcx volck aen. Hebben voor eenighe daghen ettelijcke tonnen pulver naer Grol, Linghen, ende Oldenzeel ghebracht.

Den Colonel Megan hoortmen comt af met twee duysent mannen voor de Ho: Mog: Heeren Staten, boven aenghenomen.

Onse Capiteynen van Oorloghe hebben wederom drie Schepen wel geladen ende veel Silvers in hebbende (daer van de twee quamen van Sint Lucas, ende het derde van Sint Sebastiaen, meenende tot Duynkercken in te loopen) ghenomen, ende tot Middelburgh inghebracht, tot groote vreuchde vande Borgherije, ende heeft groote couragie in Zeelant verwect, de Schippers dat wel eer Capiteynen tot Duynkercken gheweest zijn, verstaetmen dat ghevanghen sitten.

Daer comt mede gheruchte dat de Armade van syne Majesteyt van Groot Britangien ter Zee, met de Oorlochschepen der Ho: Mo: Heeren Staten Generael eenige Zee-roovers met noch andere treffelijcke buyt souden becomen hebben, daermen de particulariteyten metten eersten van verwacht.

Ooc verhoortmen dat by de Ho: Mo: Heeren Staten Generael onder den Prince van Orangien, etc. eerstdaechs een goet deel krijchs-volck sal aenghenomen werden.

Schrijven van Bremen brenght mede dat aldaer waren ghepasseert vijf Compangnien Ruyters van weghen zijn Conincklijcke Majesteyt van Denemarcken etc. trecken naer de monster plaets.

Ghedruckt by Broer Jansz. out Corantier int Legher van sijn Princelijcke
Excellentie, woonende op de nieu-zijds-achter-Borchwal inde Silvere Can, by de Brouwerije vande Hoy-Bergh, den 12. Mey, 1621.