Pagina:Timm010zeer01 01 (1).pdf/19

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

't verschieten. Zij beziet hem en de roos, en ineens wil ze iet zeggen dat hem treft.

"'t Is een schoone broodwinning.... men is altijd omringd van reuk en schoone koleuren... Uwe.... de vrouw waar gij eens mee zult trouwen, zal dat aangenaam vinden...."

"Houdt gij dan zoo veel van bloemen juffrouw?..„ Ja?.... dan is het spijtig...." Maar Martienus wordt rood en zwijgt.

"Wat is er dan spijtig Martienus?" vraagt Symforosa daar aanstonds op, terwijl hare handen beven.

"Wel ja...." aarzelt hij, "dan zoudt ge moeten trouwen met een hovenier" en hij lacht er smakelijk om.

't Is alsof de grond onder haar voeten weg zinkt. Een vlaag van zaligheid smakregent op haar neer. Zij moet zich aan de ijzeren staven van het hekken vasthouden, alles draait en duizelt en 't zweet parelt ijskoud op haar voorhoofd.

"Martienus.... Martienus" stamelt ze.

"Och, dat Onze Lieve Heer...." maar meer kan ze niet zeggen. Straks zal ze hem alles in een brief uitleggen . En zie, hoe met een ernstig gezicht Martienus haar beziet. Zijn voorhoofd is opgetrokken en zijn oogen laten veel wit zien,

19