Pagina:Timm010zeer01 01 (1).pdf/20

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

hij verstaat niet waarom ze zoo romantiek doet, hij is er angstig om, hij gelooft dat ze veel verdriet heeft, en zegt om haar te troosten: "'t Zal allemaal wel goed komen.... Zie eens hoe 't met mij is gegaan.... Wie zou het ooit gedacht hebben toen ik naar 't begijnhof kwam! zelfs toen 'k bij u gewerkt heb, was er noch schijn of gedacht van, maar dat is zoo ineens gekomen, met die retraite bij de bruin Paterkens te doen. 't Is Onze Lieve Heer inderdaad"

"Martienus! Martienus I wat.... wat.... wat wilt ge zeggen," onderbreekt ze hem, angstig en vreugdig tegelijkertijd.

"Wel," zegt hij kalm, in een gullen, fieren lach, die zijn schoone groote tanden laat zien.

"Weet ge dat dan nog niet? heeft onze nonkel Pastoor u daar nog niets van gezegd? Wel juffrouw, ik word broeder bij de bruin Paterkens, als 't God belief t word ik binnen veertien dagen broeder bij de Paterkens!" en kinderlijk verheugd ziet hij haar aan.

"Martien...." maar Symforosa kan niet verder, zij draait zich om en loopt heen, vergetend de laatste statie van den Heiligen Kruisweg. Zij hoort de kosteresse een lied aanheffen en harmonium spelen.

Martienus met de armen vol witte en roode

 

20