Pagina:Timm010zeer01 01 (1).pdf/47

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

menschen, maar uit een groote. witte villa, open venster harmonieus accoord van pianogespeel, en verders niets dan 't geruisch van regen.

En 't is alsof de Hemel met al zijn zaligheid op Symforosa t'hoope vouwt. Ze denkt er niet aan dat ze nog drie uren te voet moet gaan in dien overweldigen regen, en zij voor de eerste maal van haar begijnenschap de Hofpoorten zal gesloten vinden, zoodat zij een pand zal moeten geven aan de portierster en morgen door de meesteresse ondervraagd worden.

Symforosa juicht.

Waaromheen zij kwelde en zuchtte van liefde die 't gemoed beneep, wat haar deed slingeren tusschen hoop en ontgoocheling, dat zelfde heeft door zijn eigen wezen hare paden weer effen gemaakt en veel licht gesteld aan hun uiteinde.

En dat is geen klein
ding in een mensch zijn
leven!


Lier, Oogst-Sept. 1917.

 
47