Pagina:Timm010zeer01 01 (1).pdf/9

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

bloed komt naar het hoofd. Ze ziet reeds de geburen op ketels, schelen en marmitten slaan.

"En indien ik eens wilde!" lispelt ze in een opstandig gevoel. Maar toen klept de beeklok, ronkend en luid, dwars door haar hart. En zij bidt geknield den «Engel des Heeren.» Als ze weer opstaat, zit de maan met haar zilveren toten in 't mager appelaarken verward. Zij wordt angstig en vraagt zich af: "Maar heb ik nu vandaag geen kwaad gedaan?"

 

 
9