Naar inhoud springen

Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/174

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Troonrede 20 september 2011
(Minister-president: Mark Rutte)


Leden van de Staten-Generaal,

Ons land maakt economisch moeilijke tijden door. In de afgelopen jaren zijn ondanks de crisis massale werkloosheid en sterke toename van het aantal faillissementen voorkomen. Onze economie en arbeidsmarkt hebben veerkracht laten zien. Daaruit mogen we vertrouwen putten voor de toekomst. Maar vertrouwen alleen is niet genoeg.

De uitgangspositie van Nederland is positief, maar door het inzakken van de wereldhandel zal de economische groei volgend jaar lager zijn dan verwacht. De schuldencrisis in Europa kan ook onze economie raken. Omdat Nederland zeer afhankelijk is van de handel met het buitenland, zijn wij extra kwetsbaar. Het is begrijpelijk dat de internationale ontwikkelingen en de snelheid waarmee die zich voltrekken, dikwijls gevoelens van onzekerheid oproepen.

Vanuit de ambitie om de toekomstige welvaart zeker te stellen, staat de regering een aanpak voor ogen die gebaseerd is op twee met elkaar samenhangende keuzen: gezonde overheidsfinanciën en versterking van het economisch groeivermogen. Die samenhang ligt ten grondslag aan alle voorstellen die u dit parlementaire jaar ter behandeling worden aangeboden.

De ernstige schuldenproblematiek in sommige Europese landen toont aan dat grote en langdurige tekorten een bedreiging zijn voor de welvaart. Daarom zijn beheersing van de overheidsfinanciën en een lage staatsschuld noodzakelijk. Het jaar dat voor ons ligt, wordt dan ook een jaar van ingrijpende bezuinigingsmaatregelen, die alle Nederlanders raken. De regering is er echter evenzeer van doordrongen dat een solide begroting hand in hand moet gaan met hervormingen die het groeivermogen van de Nederlandse economie versterken.

Vanuit deze visie wil de regering de problemen van vandaag aanpakken en de kansen voor morgen creëren. Dat doet zij in de vaste overtuiging dat de kracht van Nederland zit in de ruim 16 miljoen inwoners die ons land telt. Daarbij hoort een kleine en krachtige overheid, die burgers en bedrijven meer ruimte geeft. Om die reden komt de regering met voorstellen om het aantal overheidsregels te verminderen en procedures te vereenvoudigen, en zo creativiteit en innovatie te stimuleren. Het terugdringen van bureaucratie biedt mensen in de publieke dienstverlening meer mogelijkheden hun vakmanschap te ontplooien.

Een overheid die individuen in staat stelt zich te ontwikkelen, draagt bij aan maatschappelijke samenhang. De regering voert een immigratie- en integratiebeleid dat erop gericht is de onderlinge betrokkenheid in de samenleving te versterken. Dat houdt in dat van migranten wordt verwacht dat zij in hun eigen levensonderhoud voorzien en dat zij zich rekenschap geven van de wetten van ons land en de waarden die ons binden.

De bezuinigingsoperatie van 18 miljard euro gaat aan niemand ongemerkt voorbij. Voor vrijwel iedereen daalt in het komend jaar de koopkracht. Tal van voorzieningen worden versoberd. Het