Naar inhoud springen

Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/176

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Goed onderwijs is cruciaal voor de kracht van onze samenleving. De regering is zich ervan bewust dat hier voor de overheid een kerntaak ligt. Dat geldt eveneens voor voorzieningen als veiligheid, zorg en sociale zekerheid. Ook op deze terreinen zijn structuurversterkingen nodig.

Veiligheid is bij uitstek een maatschappelijke basisbehoefte. De vorming van een nationale politie is nodig om krachtiger op te kunnen treden tegen criminaliteit. De regering richt zich daarbij in het bijzonder op misdrijven die zeer ingrijpend zijn voor het slachtoffer en de samenleving. Dat geldt onder andere voor kindermisbruik, overvallen op winkels en straatroof. Ook de georganiseerde misdaad wordt harder aangepakt, waarbij het accent ligt op de bestrijding van mensenhandel, drugscriminaliteit en witwassen. De positie van slachtoffers verbetert, onder meer door het mogelijk te maken dat in een vroeg stadium beslag kan worden gelegd op eigendom van verdachten met het oog op schadevergoeding.

In het Nederlandse zorgstelsel staat solidariteit tussen oud en jong, tussen gezond en ziek, centraal. De regering wil dat dit zo blijft en geeft in deze kabinetsperiode ruim 15 miljard euro meer uit aan zorg, ondanks de enorme bezuinigingsopdracht waarvoor zij zich gesteld ziet. Een dergelijke stijging van de uitgaven is op termijn echter onhoudbaar. Zonder maatregelen worden premies onbetaalbaar en gaat in de toekomst een onverantwoord groot deel van de schaarse overheidsmiddelen naar de zorg. De regering vindt het noodzakelijk het zorgstelsel toekomstbestendiger te maken. Om die reden is met de ziekenhuizen, specialisten en zorgverzekeraars een akkoord gesloten over het betalen per geleverde behandeling en over een lagere groei van de zorguitgaven. Ook wordt het mogelijk gemaakt dat verzekeraars en ziekenhuizen over een groter deel van het zorgaanbod vrij kunnen onderhandelen. Op het terrein van de ouderenzorg investeert de regering in verdergaande kwaliteitsverbetering. Rechten van bewoners in zorginstellingen worden vastgelegd in een nieuwe beginselenwet. Hun wensen over de manier waarop zij hun leven waardig willen inrichten, worden in deze wet centraal gesteld. Het beroep op het persoonsgebonden budget neemt een zodanig hoge vlucht dat de regering het onverantwoord acht deze regeling in de huidige vorm voort te zetten. Mensen met een indicatie voor verblijf in een zorginstelling behouden de mogelijkheid hun eigen zorg te organiseren. Vanzelfsprekend blijft voor mensen zonder verblijfsindicatie zorg van goede kwaliteit beschikbaar.

Ook in de sociale zekerheid en de oudedagsvoorzieningen zijn maatregelen nodig om goede basisvoorzieningen te behouden. De regering wil een arbeidsmarktbeleid voeren waarbij het principe geldt van ‘werk boven uitkering’. Gelet op het feit dat mensen gemiddeld steeds langer leven, is het logisch dat wij allen langer gaan werken. De regering streeft ernaar in dit parlementaire jaar het wetsvoorstel voor de verhoging van de AOW-leeftijd met u te bespreken. Daarnaast blijft het nodig met de sociale partners de samenhang tussen de AOW en de aanvullende pensioenen te bevorderen. De regering geeft gemeenten meer mogelijkheden om mensen aan het werk te krijgen in een reguliere baan en budgetten voor re-integratie effectiever in te zetten. Daarom worden de huidige regelingen voor de Wajong, de sociale werkplaatsen en de Wet Werk en Bijstand samengevoegd in één nieuwe regeling ‘Werken naar vermogen’. Voor jongeren die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn verklaard, verandert er niets. Dit geldt ook voor hen die met de zwaarste indicatie in een sociale werkplaats werken.