Pagina:Van Eeden, Grassprietjes (1887).pdf/12

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

VOORBERICHT VOOR DEN 2en DRUK.




Bij deze zoo mogelijk verbeterde en gekuischte uitgave, een woord van dank voor de welwillende ontvangst van mijn tuiltje. Men heeft mij verweten, dat het gedichtje: „Moeder bij de wieg” door mij aan een vertaling van Tollens zou zijn ontleend. Wel! — er is nog een ander gedicht in dezen bundel dat treffende overeenkomst heeft met een schepping van den grooten Tollens. Wie mij echter daarom van plagiaat beschuldigt, toont eenvoudig geen besef te hebben van de verwantschap tusschen dichterzielen.

Er zijn verwatenen die gemeend hebben, — horribile dictu, — dat deze vrucht van mijn hartebloed een grap zou zijn. Voor dezulken een verheven stilzwijgen! Hun moet de geheele godvruchtig-Nederlandsche poëzie er is nog altijd een grap schijnen. Maar Goddank! ― een waarheid met een stempel, dien zij nimmer vergeet te prenten op het drukwerk dat van een oprecht gemoed naar de onsterfelijkheid gaat. Arme blinden, die dit merk niet zien!

C. P.