Pagina:Van Eeden, Grassprietjes (1887).pdf/13

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

AANHEF.




Laat andren vrij gewrongen rijmen knutselen,
    Door hoofd noch hart geleid, —
Ik zal mijn smijdig Hollandsch niet verhutselen,
    Ik wil slechts duid'lijkheid.

Ik zing, naar vrijen lust, van eigen leven,
    Uit zuivren zieledrang :
Mijn leus is Eenvoud, Waarheid is mijn streven,
    En Godsvrucht mijn gezang.

Wat stelt ge u, dwazen, vruchtloos op de toonen,
    En ziet niet van nabij ?
Zoekt óm en ín u — dáár is 't ware schoone,
    En de echte Poëzij.

In Neêrlands roem, in Neêrlands oude deugden,
    In Godgewijden lof,
In zelfgevoelde smarten, eigen vreugden,
    Vind ik in mijn rijkste stof.