Pagina:Van Eeden, Grassprietjes (1887).pdf/46

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Wij minnen alles wat gij doet :
Want wat ten Kate schrijft is goed!
Zing, J. J. L. ten Kate,
Ten aller vromen bate!



AAN N. BEETS.



O Beets, wat zijt gij groot!
Als God het niet verbood,
Dan zou ik u aanbidden....
Nu laat ik dat in 't midden:
Toch val ik voor u neér
En breng u lof en eer:
Wat is uw muze rijk....
En dichterlijk!

Vol speelsch vernuft, o ja!
Is wel uw Camera —
Doch dat was maar een grapje,
Een dartlend eerste stapje;
Doch boven Hildebrand
Steeg hoog de Predikant:
Die heeft eerst goed geschreven!
En zoo verheven!