Pagina:Van Eeden, Grassprietjes (1887).pdf/70

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
    Mijn vaderland,
    Den Huwlijksband
Prees ik met al mijn krachten,
'k Zong van ons dierbaar Vorstenhuis,
Van 't lief en leed in eigen kluis
En Neêrland, Neêrland lachte!!!

    Ween! Holland, ween!
    Waar moet dat heen?!
Mijn volk, gij zijt verkouden!
Wis loopt de wereld op haar end,
Als echte vroomheid wordt miskend
En voor een grap gehouden !

    Vermolm ! mijn lier !
    Geen dichtervier
Zal meer mijn borst ontstijgen.
Strooit, vrome barden, dan niet meer
Uw paarlen voor die zwijnen neer,
Komt! laat ons nu maar zwijgen!