Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/25

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

er zich, om ze daartoe te stempelen. Weinig minder fraai is een ander handschrift verlucht, de Kronieken van Jeruzalem, thans te Weenen, om de oorspronkelijkheid van opvatting, kracht van uitvoering, en verheffing van gedachte geroemd, en welks bewerking aan Johan van Eyck, Rogier van der Weyden, en Joost van Gent wordt toegeschreven. Van de tweede helft der eeuw (1470) dagteekent het onder den naam Grimani bekende Getijdeboek, dat voor Filips kleindochter Maria, door de grootste meesters van den tijd, Memling, Hugo van der Goes, Gerard van der Meir, enz. verlucht werd, en dat onder zijne 1660 bladzijden niet ééne telt, die niet met miniaturen, sierlijke omlijsting, of rijkversierde hoofdletters prijkt. Die, weIke de twaalf maanden voorstellen, worden te recht als een der opmerkelijkste gewrochten van de oud-vlaamsche schilderschool beschouwd, en munten door levendigheid van kleur, harmonische schoonheid, en fijnheid van bewerking uit. Duitschers, Italianen, Franschen, niet minder dan de Vlamingen en Nederlanders, hebben slechts éene stem over dit voortreffelijke kunstgewrocht. Weken zouden er noodig zijn om ’t naar behooren te bestudeeren, doch wie ook maar gelegenheid vond, het bij een kort bezoek te doorbladeren, vergeet den indruk nooit, door al dat rijke kunstschoon op hem gemaakt: de boomen, vruchten en vogelen, de landschappen en de kapellen in zijn gouden omlijsting gevat, de sierlijke reeks van jonge Israëlieten, van kluizenaars met witte baarden, pausen in schitterenden dos, en jonge maagden van het bevalligste en stemmigste schoon; de heilige Drieëenheid te midden van een gulden licht, en, in het schoonste landschap, Maria een kus ontvangende van haar goddelijken zoon. Venecië, dat dit handschrift van den Cardinaal Grimani ten geschenke ontving, bewaart het als een onwaardeerbren schat, in zijn boekerij van Sint Marcus, in een ebbenhouten kistjen met edelgesteenten versierd[1]. De Boekerij te Doornik is in ’t bezit van een uit het begin

  1. Dehaisne, t. pl. p. 77 S. Eenige welgeslaagde proeven in kleurdruk er uit, zie in Lacroix’ Moeurs, usages et costumes, en Vie militaire et religieuse au moyen âge, Paris, 1873.