Naar inhoud springen

Pagina:Van Vloten, Nederlands schilderkunst van de 14e tot de 18e eeuw (1874).pdf/26

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

der eeuw dagteekenend Getijdeboek, door Hendrik VIII van Engeland, bij een oponthoud aldaar, in de hoofdkerk achtergelaten, en sinds naar zijn naam genoemd. Het bevat een negental miniaturen, allen in der tijd door oud-Vlaamsche meesters geschilderd. Een schone en edele voorstelling van den Apostel Joannes op Patmos opent de rij, die door eene schets van Lazarus’ opwekking gesloten wordt. Tusschen twee groepen, de een van personen in ’t kostuum der 15e eeuw, de ander door Martha en Maria gevormd, ziet men hier het zacht en edel beeld van den Heiland, met de linkerhand zijn mantel opheffende, terwijl hij de beide voorste vingers der andere naar het graf van Lazarus uitstrekt, en deze zelf zich ten halve lijve uit zijn grafsteê verheft. Verder treft men er een voorstelling der drie Koningen, een paar uit het leven van Maria, een biddende David, een nederdaling van den Heiligen Geest, aan.

Omstreeks de helft der eeuw werd een ander handschrift voltooid, het eerste deel eener kroniek van Henegouwen, dat zeker onder de schoonste voortbrengselen der vlaamsche penseelkunst geteld mag worden, en daarboven ook om de geschiedkundige voorstelling zijner aanbieding aan Hertog Filips zelf belangrijk is. De schets daarvan vult een geheele bladzij, in een rand van bloemen, en een door de wapenborden zijner verschillende gewesten gevormden boord, gevat. Hij zelf, onder een verhemelte gezeteld, ontvangt de hulde van het handschrift, maar treft ons vooral door de sprekende uitdrukking zijner trekken, geheel overeenkomend zijner raadslieden; terwijl zijn zoon, de jonge graaf van Charolais, zijn nieuwsgierig oog met een kalme vrijmoedigheid op de plechtigheid richt[1]. Waarschijnlijk is het een gewrocht van Van der Weidens penseel, naar de overeenstemming van dit schilderwerk met dat der Heilmiddelen te Antwerpen te oordeelen[2], en de gelijkvormigheid van den daar voorkomende priester met den geestelijke, hier

  1. Zie eene gelijksoortige voorstelling, naar een haagsch handschrift, door Van Wijn in de Bijlage zijner Bijvoegsels een Aanmerkingen, op ’t derde deel van Wagenaar, meêgedeeld.
  2. Voor zoo ver dit zelf althans aan V. d. W. mag toegekend worden.