Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/17

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

INHOUDSOPGAVE


ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN. HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN DENEMARKEN. DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND. DE PRESIDENT VAN DE HELLEENSE REPUBLIEK. ZIJNE MAJESTEIT DE KONING VAN SPANJE. DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK. DE PRESIDENT VAN IERLAND. DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK. ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG. HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN. DE PRESIDENT VAN DE PORTUGESE REPUBLIEK. HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND [1],

VASTBESLOTEN een nieuwe etappe te markeren in het proces van Europese integratie waarmee een aanvang is gemaakt met de oprichting van de Europese Unie,

GEÏNSPIREERD door de culturele, religieuze en humanistische tradities van Europa, die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van de universele waarden van de onschendbare en onvervreemdbare rechten van de mens en van vrijheid, democratie, gelijkheid en de rechtsstaat;

HERINNEREND aan het historisch belang van de beëindiging van de deling van het Europese continent en de noodzaak solide grondslagen voor de opbouw van het toekomstige Europa te leggen,

BEVESTIGEND hun gehechtheid aan de beginselen van vrijheid, democratie en eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en van de rechtsstaat,

BEVESTIGEND hun gehechtheid aan de sociale grondrechten zoals omschreven in het op 18 oktober 1961 te Turijn ondertekende Europees Sociaal Handvest en in het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden van 1989,

VERLANGEND de solidariteit tussen hun volkeren te verdiepen met inachtneming van hun geschiedenis, cultuur en tradities,

VERLANGEND de democratische en doelmatige werking van de instellingen verder te ontwikkelen, teneinde hen in staat te stellen de hun toevertrouwde taken beter uit te voeren, in één enkel institutioneel kader,

VASTBESLOTEN de versterking en de convergentie van hun economieën te verwezenlijken en een economische en monetaire unie tot stand te brengen met, overeenkomstig het bepaalde in dit Verdrag en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, één enkele en stabiele munteenheid,

VASTBESLOTEN de economische en sociale vooruitgang van hun volkeren te bevorderen, met inachtneming van het beginsel van duurzame ontwikkeling en in het kader van de voltooiing van de interne markt en van versterkte cohesie en milieubescherming, en een beleid te voeren dat er borg voor staat dat de vooruitgang op het gebied van de economische integratie en de vooruitgang op andere terreinen gelijke tred met elkaar houden,

  1. De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden zijn inmiddels lid geworden van de Europese Unie.