Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/286

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

PROTOCOL (Nr. 15)
BETREFFENDE ENKELE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND

DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN. ERKENNENDE dat het Verenigd Koninkrijk niet verplicht of gehouden wordt om de euro in te voeren zonder een daartoe strekkend afzonderlijk besluit van zijn regering en parlement,

GEZIEN het feit dat de regering van het Verenigd Koninkrijk op 16 oktober 1996 en op 30 oktober 1997 de Raad ervan in kennis heeft gesteld dat het niet wenst deel te nemen aan de derde fase van de economische en monetaire unie,

KENNIS NEMEND van de praktijk van de regering van het Verenigd Koninkrijk om voor de financiering van haar leningsbehoeften gebruik te maken van de verkoop van schuldbewijzen aan de particuliere sector,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT omtrent de volgende bepalingen, welke aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gehecht:

1. Tenzij het Verenigd Koninkrijk de Raad ervan in kennis stelt dat het voornemens is de euro in te voeren, is het daartoe niet verplicht.

2. De leden 3 tot en met 8 en 10 zijn van toepassing op het Verenigd Koninkrijk, gezien de kennisgeving van de regering van het Verenigd Koninkrijk aan de Raad van 16 oktober 1996 en 30 oktober 1997.

3. Het Verenigd Koninkrijk behoudt zijn bevoegdheden op het gebied van het monetaire beleid overeenkomstig de nationale wetgeving.

4. Artikel 282, lid 2, met uitzondering van de eerste en de laatste zin, artikel 282, lid 5, artikel 119, tweede alinea, artikel 126, de leden 1, 9 en 11, artikel 127, de leden 1 tot en met 5, artikel 128, de artikelen 130, 131, 132 en 133, artikel 138, artikel 140, lid 3, de artikelen 219 en 283 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn niet van toepassing op het Verenigd Koninkrijk. Dat geldt ook voor artikel 121, lid 2, van dit Verdrag wat betreft de aanneming van de onderdelen van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in algemene zin betrekking hebben op de eurozone. Verwijzingen in deze artikelen naar de Unie of de lidstaten betreffen niet het Verenigd Koninkrijk en verwijzingen naar de nationale centrale banken betreffen niet de Bank of England.

5. Het Verenigd Koninkrijk streeft ernaar een buitensporig overheidstekort te voorkomen.

De artikelen 143 en 144 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie blijven van toepassing op het Verenigd Koninkrijk. De artikelen 134, lid 4 en 142 zijn van toepassing op het Verenigd Koninkrijk alsof voor het Verenigd Koninkrijk een derogatie gold.