Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/287

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

6. Het stemrecht van het Verenigd Koninkrijk wordt geschorst ten aanzien van besluiten van de Raad als bedoeld in de in lid 4 genoemde artikelen en in de in artikel 139, lid 4, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bedoelde gevallen. Daartoe is artikel 139, lid 4, tweede en derde alinea, van dat Verdrag van toepassing. Het Verenigd Koninkrijk heeft ook geen recht om deel te nemen aan de benoeming van de president, de vice-president en de overige leden van de directie van de Europese Centrale Bank overeenkomstig artikel 283, lid 2, onder b), van dat Verdrag.

7. De artikelen 3, 4, 6, 7, 9.2, 10.1, 10.3, 11.2, 12.1, 14, 16, 18, 19, 20, 22, 23, 26, 27, 30 tot en met 34 en 49 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de ECB (statuten) zijn niet van toepassing op het Verenigd Koninkrijk. Verwijzingen in die artikelen naar de Unie of de lidstaten betreffen niet het Verenigd Koninkrijk en verwijzingen naar de nationale centrale banken of aandeelhouders betreffen niet de Bank of England. De verwijzingen in artikel 10.3 en artikel 30.2 van de statuten naar het geplaatste kapitaal van de ECB omvatten niet het kapitaal waarop door de Bank of England is ingeschreven.

8. Artikel 141, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de artikelen 43 tot en met 47 van de statuten zijn van toepassing, ongeacht of er een lidstaat is waarvoor een derogatie geldt, behoudens de volgende wijzigingen:

a) Verwijzingen in artikel 43 naar de taken van de Europese Centrale Bank en het EMI omvatten mede de taken die na de invoering van de euro nog vervuld moeten worden vanwege een besluit van het Verenigd Koninkrijk om de euro niet in te voeren.

b) Naast de in artikel 46 bedoelde taken geeft de Europese Centrale Bank ook advies met betrekking tot en draagt zij bij aan de voorbereiding van elk besluit van de Raad betreffende het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig de paragrafen 9 a) en 9 c).

c) De Bank of England stort haar aandeel in het kapitaal van de ECB als bijdrage in de bedrijfskosten van de ECB op dezelfde basis als de nationale centrale banken van lidstaten met een derogatie.

9. Het Verenigd Koninkrijk kan te allen tijde kennis geven van zijn voornemen de euro in te voeren. In dat geval:

a) heeft het Verenigd Koninkrijk het recht de euro in te voeren, mits het voldoet aan de nodige voorwaarden. De Raad, die besluit op verzoek van het Verenigd Koninkrijk en overeenkomstig de voorwaarden en volgens de procedure van artikel 140, leden 1 en 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, beslist of het Verenigd Koninkrijk aan de nodige voorwaarden voldoet;

b) stort de Bank of England haar aandeel in het kapitaal, draagt zij aan de ECB externe reserves over en draagt zij bij aan de reserves van de ECB op dezelfde grondslag als de nationale centrale bank van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken;