school gedijde niet; eik jaar werd het getal hoopvolle leerlingen voor de latijnsche klassen minder; terwijl er vrij veel knappe jongens waren, die het al vroeg opgaven en naar zee gingen of ergens naar het buitenland om den handel te leeren.
Hij wendde zich af en ging naar buiten in den grooten ouden tuin aan de andere zijde van het huis. Hier had hij een rustig plekje onder een ouden pereboom, waar hij 's zomers 's avonds in gedachten verzonken zat te snuiven. Maar zelfs hier—afgescheiden van de stad en de heele wereld door den hoogen kerkmuur,—zelfs hier vond hij geen vrede voor zijn onrustige gedachten.
Wat trok die hem weinig aan—heel die nieuwe tijd—en wat maakte die verachting voor de klassieke studiën, die zich hier en ginds begon te vertoonen, hem bang, werkelijk bang als een schrede terug naar het barbarendom.
Maar hij wilde den moed niet verliezen; nu stonden zij toch nog—God zij geloofd—zijn oude klassieken! onovertroffen door de. mannen van een latere periode, zich verheffend boven elken tijd, juist zooals die mooie kerk met haar edele schoone lijnen boven de nauwe leelijke visschersstad oprees. En het was als ging er uit de kerk een ademtocht over de ruïne, over de