Pagina:Vergif.djvu/114

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
116

hij amuseerde haar nog een poos met zijn zakelijken toon en met het aanschouwelijk voorstellen van zijn bezoeken bij de burgers van de stad,—totdat hij opstond om afscheid te nemen.

Maar toen hij weg was, dacht mevrouw Wenche er over na; het zou toch heusch al te akelig zijn als hij nu vertrok. Zij wou toch eens aan Carsten vragen, waarom hij niet een paar aandeelen kon nemen, nu de heele zaak op hem schipbreuk zou lijden.

Het gesprek had plaats aan de middagtafel en de professor gaf ten antwoord dat hij uit principe niet graag geld stak in ondernemingen in de stad.

Maar dit was toch zeker heel voordeelig?

0 ja, het was niet onmogelijk dat het een goede zaak werd.

"Maar geef me nu toch antwoord, Carsten! Jij moet toch een beetje verstand van die zaak hebben: stel je vertrouwen in die fabriek?"

"Ronduit gezegd: neen; en wel—omdat ik zelf weinig of niets van de praktische chemie afweet, en de anderen die het geld moeten geven, er nog minder van verstaan; en gewoonlijk wordt het dan geen goede zaak."

"Maar—Mordtman zal die immers besturen? en hij heeft er toch verstand van, nietwaar?"

"Misschien wèl en misschien niet. De firma