Pagina:Vergif.djvu/203

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
205

"Ja, want hij had het gedaan."

"Natuurlijk moest je antwoorden; het zou onzinnig geweest zijn als je nog eens schandaal in de school veroorzaakt hadt,—vooral nu dat je bij den dominé bent. Ik begrijp wel dat de een of ander nu nog wel eens aan zal komen met overdreven praatjes over het verraden van een vriend—en zoo wat; maar dat moet je je in het minst niet aantrekken. Gehoorzaamheid tegenover zijn meerderen, zieje,—dat is zonder twijfel de allereerste plicht en de allerhoogste deugd van een jong mensch en een braaf burger; door met boosdoeners te heulen, wordt je er ten laatste zelf een, terwijl je je zelf en de gerechtigheid een dienst bewijst, door het booze en het strafbare bekend te maken."

Nadat ze een eind weegs verder gegaan waren, zei de professor losjes: "'t Is de moeite niet waard dat je dit aan moeder vertelt;—'t is niet iets om over te praten."

Abraham keek niet op; zij vermeden een tijdlang om elkaar aan te zien. Het was of zij geheimen voor moeder hadden; en terwijl Abraham zijn geweten tot rust bracht door de goedkeuring van zijn vader, dacht hij er maar niet verder over na, hoe zijn moeder de zaak zeker anders zou hebben ingezien.

Maar zij was juist zoo vreemd in dien tijd. Zij