Pagina:Vergif.djvu/202

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
204

ook omdat er iets was dat hem drukte, zoodat hij er naar verlangde om de vroolijkheid van zijn jongen te deelen.

De vertrouwelijkheid tusschen hen werd zóó groot, dat Abraham zelfs dingen vertelde, die hij anders zeker zou verzwegen hebben.

Zoo kwam hij er op een goeden dag in het vuur van het gesprek toe, om—half tegen zijn wil—een geschiedenis van de school te vertellen.

Er was in de hoogste klasse een ruit gebroken en de heele klasse wist dat Morten Kruse het gedaan had; maar toen de rector vroeg, wilde niemand antwoorden; Broch was toevallig ziek, zoodat Lövdahl No. 1 was.

Nu was er niets wat den rector zoo boos maakte als dat hij hardnekkigheid merkte of meende te merken; en als oud onderwijzer begreep hij al gauw, dat de klasse het eens was om den boosdoener niet te verraden.

Hij was daarop dadelijk naar Abraham gegaan:

"Neem je in acht—Lövdahl! Je bent al eenmaal eerder tot opstand vervallen; dien keer ben je vrij gekomen, maar wacht je om opnieuw te beginnen. Weet je of weet je niet, wie dit gedaan heeft?"

"Je hebt toch wel dadelijk geantwoord?" vroeg de professor angstig.

"Ja, ik antwoordde—" Abraham zag terzijde.

"Je zei dat het Morten Kruse was?"